Week 45: les 2

• Kunst Algemeen
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 5

Cultuur vd Kerk H4-5

Week 45 Les 2

NEEM JE AANTEKENINGEN DOOR........ SO!

Vandaag

•  Nakijktijd werkbladen H4-H5
• Uitleg Beeldende Kunst H4-5
•  Lambo werktijd

Doel:

Aan het einde van de les begrijp je de kenmerken van beeldende kunst in de Romaanse en Gotische tijd en kun je deze kennis toepassen bij het maken van examenopgaven. 

Andrej Rublov - Fresco

Werkblad H4-5

Bekijk het correctiemodel en controleer je antwoorden. 

Wat snap je nog niet?

Schrijf die vragen op in je schrift

_________

_________

Romaanse stijl

• Niet anatomische correct
  
• Symboliek boven realiteit
  
• Icoon-achtig
  
• Volgens strenge regels
  
• Het vervaardigen van kunstwerken is een religieuze daad
  
• Geen eigen handschrift van de maker
  
• Dezelfde gelaatsuitdrukkingen
  
• Opkomst iconografie
  
• Te vinden in religieuze gebouwen en plaatsen (kerken, kloosters enz.)
  

Functies kunst:

• Erend 
  
• Decoratief
  
• Didactisch
  

Gotische stijl:

• Realistischere weergave van mensen en natuur (wereldlijk/anachronisme)
  
• Poging tot ruimtesuggestie (licht en schaduw (chiaroscuro), lijnperspectief) 
• Meer nadruk op emotie en expressie in gezichten en houdingen
  
• Gedetailleerde en verfijnde weergaven van scènes, vaak met een focus op de mens
  
• Complexe iconografie en symboliek, maar meer toegankelijk voor het publiek dan in de Romaanse periode
  
• Nieuwe technieken (spitsbogen, olieverf)
• Handschrift kunstenaar wordt herkenbaar
• Kunstenaar wordt ambacht professional

Functies kunst:

• Erend 
• Decoratief
• Didactisch

HOGE Middeleeuwen

meer info

http://kunst-middeleeuwen.blogspot.com/p/romaanse-kunst.html

Gotiek

http://kunst-middeleeuwen.blogspot.com/p/gotische-kunst.html

LATE Middeleeuwen

SCHILDERKUNST

Voorstellingsoorten:

• Fresco’s
  
• Miniaturen

Voorstellingskenmerken:

• Attributen staan symbool voor bepaald persoon
• Formaat van persoon symboliseert hoe belangrijk hij/zij is
• Aureool
•  Anonieme gelaatsuitdrukking

Vormgeving

• Lijn --> Zware contouren 
  
• Ruimte --> Weinig plasticiteit, nauwelijks lijnperspectief. Niet kloppende ruimte, overlapping.  
• Vorm --> Platte kleurvlakken
• Kleur --> helder (primair) kleurgebruik
• Compositie --> symmetrische en statisch (horizontaal/vertikaal)

ROMAANS

Voorstellingsoorten:

• Voorstellingsoorten:
• Glas-in-loodramen
  
• Miniaturen, boekverluchtingen
  
• Fresco’s

Voorstellingskenmerken:

• Figuren met meer anatomische nauwkeurigheid
  
• Verfijnde gezichten, maar nog steeds idealistisch
  
• Statige houdingen, lichte beweging in de figuren
  
• Symboliek via attributen blijft belangrijk, complexer programma
  
• Gebruik van licht als religieus symbool (bij glas-in-lood)
  

Vormgeving:

• Lijn --> Fijnere lijnen, gedetailleerde contouren
  
• Ruimte --> Begin van dieptewerking, beperkte toepassing van perspectief
  
• Vorm --> Langgerekte, gracieuze figuren
  
• Kleur --> Heldere, levendige kleuren, nog steeds gebruik van primaire kleuren
  
• Compositie --> Verticaliteit domineert, strakke en hiërarchische indeling
  

Voorstellingsoorten:

• Glas-in-loodramen
  
• Complexe altaarstukken
  
• Houtsnijwerk en schilderijen
  
• Tapijten
  

Voorstellingskenmerken:

• Zeer gedetailleerde en realistische figuren
  
• Nadruk op individualiteit en emoties (wereldlijker)
  
• Dynamische houdingen en complexe composities
  
• Meer aandacht voor natuurgetrouwe landschappen en architecturale achtergronden (anachronisme)
  

Vormgeving:

Lijn --> Zeer gedetailleerde en vloeiende lijnen, minder zware contouren

Ruimte --> Verbeterde dieptewerking, gebruik van atmosferisch en lineair perspectief

Vorm --> Natuurlijke vormen, verfijnde anatomie en textuur

Kleur --> Complex kleurgebruik met schaduwen, tinten, en glanzende oppervlakken

Compositie --> Dynamisch en asymmetrisch, diagonale lijnen, veel beweging en overlap

HOOG GOTIEK

LATE GOTIEK

vlaamse primitieven

BEELDHOUWKUNST

• Reliëfs
  
• Niet anatomisch correct
  
• Symbolisch
  
• (fabel)dieren
  
• Geen portretten
  
• Timpanen en kapitelen
  

• aanvankelijk ondergeschikt aan de architectuur: vaste iconografische programma’s
  
• ontwikkeling van de stramme, Romaanse 'pilaarfiguur' naar naar beweeglijke, sierlijke en los van de achtergrond komende figuren
  
• emoties worden uitgebeeld
  
• ten Noorden van de Alpen: houtsnijwerk, altaarstukken, kruisbeelden, madonna’s, heiligenfiguren. Houtsnijwerk was gepolychromeerd en meestal belegd met bladgoud.
• in de late gotiek: portretten en grafmonumenten

Beelden komen steeds meer 'los' te staan, worden ruimtelijker en wereldlijker.

ROMAANS

GOTIEK

Working time

Ga aan de slag met het huiswerk en je to do lijst

Maken Lambo 3: Beeldende kunst blok 4-8-11

Lezen H5

Maken samenvatting H5/werkblad H5

WERKEN

• Maken/checken Lambo 3: Beeldende kunst blok 4-8-11

• Lezen H6

 

HOMEWORK

Extra content

Wil je meer zien? Dit zijn nog goede filmpjes (kort)

Wil je het in real life zien? Catharijneconvent (Utrecht)

www.catharijneconvent.nl