Kapitel 4 - München - Lektion 2

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Heute

- Unterrichtsziele

- Wiederholung

- Aussprache

- Wortschatz und Lesefertigkeit

- Abschluss der Stunde 

- Ausblicken zu nächster Stunde

Unterrichtsziele

- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.

- Je kent nieuwe Duitse woorden over het thema sport.

- Je kunt een Duitse tekst over sport-highlights in München begrijpen. 

Wiederholung

Aufgabe 1

Übersetze das Wort und ergänze es im Satz.

Aussprache

Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken. 

Wir üben zusammen Aufgabe 2 bis zum 5. 

An die Arbeit

Was? Mache Aufgaben 6 und 7

Wie? Individuell

Zeit? Siehe Uhr

Ergebnis? Je begrijpt een Duitse tekst over sport-highlights in München. + Je kent nieuwe Duitse woorden over het thema sport.

Fertig? Oefen met de woordtrainer online.

Nachher schauen wir zusammen nach.

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Nenne mindestens ein deutsches Wort zum Thema 'Sport' was du heute gelernt hast.

Ausblick zu nächster Stunde

- Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord.

- Je kunt het lied Weltmeister sein begrijpen. 

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Heute

- Unterrichtsziele

- Hörfertigkeit üben

- Erklärung Grammatik C

- An die Arbeit 

- Abschluss der Stunde 

- Ausblicken zu nächster Stunde

Unterrichtsziele

- Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. 

- Je kunt het lied Weltmeister sein begrijpen. 

Hörfertigkeit üben

Wir sehen uns das VideoWeltmeister sein vom Balloom auf YouTube an und beantworten die Fragen dazu. 

Erklärung Grammatik C 

Unterschied zwischen Personal- und Possessivpronomen.

Was sind Personalpronomen? Erkläre.

Was sind Possessivpronomen? Erkläre.

Personalpronomen

Possessivpronomen

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

Sie/sie

Een persoonlijk voornaamwoord kan een zelfstandig naamwoord vervangen. 

Beispiel: 

Nathan lacht. --> Er lacht. 

mein(e)

dein(e)

sein(e)

ihr(e)

unser(e)

euer, eure

ihr(e)

Ihr(e)

Een bezittelijk voornaamwoord geeft een bezit aan en staat voor het zelfstandig naamwoord.

Beispiel: 

die Mutter --> meine Mutter

An die Arbeit

Was? Mache Aufgaben 10 und 11. 

Wie? Individuell

Hilfsmittel? Grammatik C auf Seite 22

Ergebnis?  Je kent het verschil tussen een persoonlijk en bezittelijk voornaamwoord. 

Fertig? Oefen met de grammaticatrainer online. 

Nachher schauen wir zusammen nach. 

Anfang der Stunde

Wat weet je nog van de theorie van vorige les? 

Beantwoord de vragen.  

Was ist ein Personalpronomen?

1. Woorden die een tijdstip aangeven
2. Woorden die een plaats aangeven
3. Ik, jij, hij, zij, het, wij, jullie,zij, u

Ein Personalpronomen kann?.....

1. een zelfstandig naamwoord vervangen.
2. staan meestal voor een zelfstandig naamwoord.

Das Personalpronomen: u

1. Sie
2. sie
3. wir
4. ihr

Das Personalpronomen: het

1. er
2. es
3. Sie
4. wir

Das Personalpronomen: wij

1. ihr
2. er
3. wir
4. sie

Was sind Possessivpronomen?

1. hij, zijn, hun
2. onze, haar, mijn
3. zij, jullie, jouw
4. mijn, jouw, u

Was macht ein Possessivpronomen?

1. geeft een meewerkend voorwerp aan
2. geeft een bezit aan
3. geeft een lijdend voorwerp aan

Das Possessivpronomen: uw

1. Ihr-
2. ihr-
3. dein
4. euer

Das Possessivpronomen:
haar

1. sein(e)
2. ihr(e)
3. mein(e)
4. dein(e)

Das Possessivpronomen:
mijn

1. sein(e)
2. ihr(e)
3. mein(e)
4. dein(e)

Ausblick zu nächster Stunde

- Je kunt een gesprek voeren in het Duis over het thema 'Sport'. 

- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.

- Je kunt een Duitse Rebus oplossen. 

 

Kapitel 4 - München - Lektion 2 

Heute

- Unterrichtsziele

- Sprechfertigkeit üben

- Abschluss der Stunde 

- Ausblicken zu nächster Stunde

Unterrichtsziele

- Je kunt een gesprek voeren in het Duis over het thema 'Sport'.

- Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen.

- Je kunt een Duitse Rebus oplossen. 

Was möchtest du heute lernen bei der Sprechfertigkeit?

Welche Fragewörter gab es auch schon wieder?

Sprechfertigkeit üben

Tipp: Er zijn in het Duits, net als in het Nederlands, twee manieren om de tijd aan te geven. Volgende manier wordt vaak in officiële mededelingen gebruikt (stations of op tv).

Beispiel:  11:23 --> Es ist elf Uhr dreiundzwanzig. 

An die Arbeit - Sprechen

Was? Mache Aufgabe 12

Wie? Zu zweit

Hilfsmittel? Die Information zu Aufgabe 12 auf Seite 24

Ergebnis? Je kunt de Duitse lettercombinaties sp, st, ei, eu en äu uitspreken en herkennen. + Je kunt vragen stellen en antwoord geven met gegeven informatie. 

Fertig? Oefen met de woord- of grammaticatrainer online.

Nachher schauen wir wie das ging. 

Löse das Rebus 

Hilfsmittel --> www.uitmuntend.de und das Lernbox

Abschluss der Stunde

Welke lesdoelen heb je behaald en welke niet? 

Wat kun je nog doen om deze lesdoelen wel te behalen? 

Ausblick zu nächster Stunde

- Je kent nieuwe Duitse woorden en zinnen die bij het thema 'vrije tijd' horen. 

- Je kunt een fragment en tekst over sport begrijpen. 

- Je kunt een gesprek voeren in het Duits met gegeven informatie.