12/03 Woordenschat H1, 2 en 3

Woordenschat H1, 2 en 3
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo lwoo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Woordenschat H1, 2 en 3

Slide 1 - Diapositive

Is de bewering waar of niet waar?
Omdat synoniemen woorden zijn met dezelfde betekenis, kun je deze woorden altijd door elkaar gebruiken.
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

Wat is de betekenis van saamhorigheid?
A
gezamenlijk optreden
B
gevoel van sterke verbondenheid
C
gevoel van wederzijdse interesse
D
passend zijn; het goed bij elkaar passen

Slide 3 - Quiz

Wat is de betekenis van euforie?
A
geluksgevoel
B
grilligheid
C
sterke behoefte
D
vergoeding

Slide 4 - Quiz

Wat is een synoniem van loyaal?
A
groots
B
gul; vrijgevig
C
hartelijk
D
trouw

Slide 5 - Quiz

Wat is de betekenis van de uitdrukking kant noch wal raken?
A
geen van de mogelijkheden willen
B
onzin zijn
C
stuurloos zijn
D
veel ellende veroorzaken

Slide 6 - Quiz

Wat is de betekenis van de uitdrukking Alles goed en wel?

Slide 7 - Question ouverte

Noteer een passende uitdrukking bij de betekenis heel erg verliefd zijn.

Slide 8 - Question ouverte

Een zeer nauwkeurige omschrijving van de betekenis van een woord noem je een definitie.
A
waar
B
niet waar

Slide 9 - Quiz

Noteer een synoniem van de volgende woord.
Subtiel

Slide 10 - Question ouverte

de rode draad
A
De keeper is hersteld van een blessure, maar hij moet nog wedstrijdritme opdoen.
B
Het voetbal keert steeds terug in zijn leven; hij was speler, daarna coach en nu analist op de televisie.

Slide 11 - Quiz

Welk woord past in de zin?
alliteratie – beeldspraak – canon – epos – etymologie – homoniem – klassieker – raamvertelling.
Volgens de […] is het Franse woord boulevard afgeleid van het Nederlandse woord bolwerk.

Slide 12 - Question ouverte

In een tekst worden voorbeelden vooral gebruikt om de betekenis van moeilijke woorden uit te leggen.
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quiz

ceremonie
emancipatie
formaliteit
plechtigheid
ontwikkeling naar gelijke rechten en kansen
wat gedaan moet worden, omdat het officieel zo hoort

Slide 14 - Question de remorquage

Welk woord is een homoniem? Neem dit woord over.
auto – hard – koper – reizen – zelden

Slide 15 - Question ouverte

Het gaat goed met het leren van de woordjes H1, 2 en 3
😒🙁😐🙂😃

Slide 16 - Sondage