Engels lichaamsdelen les 3

bodyparts 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsVoortgezet speciaal onderwijs

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

bodyparts 

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Kijk goed naar het plaatje en de woorden, 
zeg alle woorden een keer samen hardop. 

Zeg alle woorden een keer hardop!

Slide 3 - Diapositive

We knippen de tekening nu in 2 delen

Slide 4 - Diapositive

lees de woorden terwijl je de plekken aanwijst

Slide 5 - Diapositive

Nu voor de andere helft

Slide 6 - Diapositive

Het Engelse woord voor "ogen" is
A
ear
B
mouth
C
eyes
D
nose

Slide 7 - Quiz

Je wangen zijn je
A
chin
B
chest
C
eyes
D
cheeks

Slide 8 - Quiz

oog
oor
haar
wenkbrauw
voorhoofd
schouders
eye
hair
eyebrow
ear
shoulder
forehead

Slide 9 - Question de remorquage

Je knie is een
A
hand
B
knee
C
fingers
D
elbow

Slide 10 - Quiz

je hak heet

Slide 11 - Question ouverte

Je scheenbeen..... (lastig!!)
A
shin
B
sheen
C
scheen
D
knee

Slide 12 - Quiz

elbow
stomach
toes
shin
foot
hand
fingers

Slide 13 - Question de remorquage

Nu weet je al wat meer over je body parts

Zijn er nog vragen ? 

Slide 14 - Diapositive

Wijs nu je body parts aan en noem de engelse namen zonder voorbeeld ..... 

Slide 15 - Diapositive

The old man is missing a
A
head
B
tooth

Slide 16 - Quiz

Gwen point at the map with her
A
finger
B
body

Slide 17 - Quiz

Your arm is part of your
A
hand
B
body

Slide 18 - Quiz

I bite my .... when I am nervous.
A
face
B
lip

Slide 19 - Quiz

Owen has food all over his
A
face
B
tooth

Slide 20 - Quiz

His ..... is broken
A
finger
B
mouth

Slide 21 - Quiz

Jack always talks with his .... full.
A
mouth
B
nose

Slide 22 - Quiz

Mike puts his .... on her shoulder
A
hand
B
nose

Slide 23 - Quiz

aan de slag .... 
we maken dit werkblad , 
maar voor we starten.......even bewegen! 

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Vidéo