De geschiedenis van getallen (2)

• Wiskunde
• MBO
• Studiejaar 1

De geschiedenis van getallen (2)

Lesplan

-terugblikken op vorige les (Romeinse cijfers)

-uitleg over 10-tallig stelsel

-rekenen met geld en met tijd

-afsluiting

Romeinse cijfers

10-tallig stelsel

een ander woord voor...

een periode van 10 jaar?

een lengte van 10 centimeter?

Rekenen met geld

Hoeveel euro is...

180 cent?

300 cent?

50 cent?

30 cent?

Rekenen met geld (tips)

1 euro is 100 eurocent, dus...

als je 10 euro hebt, heb je 1000 eurocent.

van euro's naar centen omrekenen?

aantal euro's x 100 = het aantal centen

aantal centen [....] = aantal euro's

60-tallig stelsel

Valkuilen bij rekenen met tijd

Rekenen met tijd werkt anders dan rekenen met geld.

In 1 euro gaan 10 dubbeltjes en in 1 dubbeltje gaat 10 cent.

Maar in 1 uur zitten 60 minuten en in een minuut zitten 60 seconden.

aantal uren x 60 = aantal minuten

aantal minuten x 60 = aantal seconden

Rekenen met tijd

Hoeveel uur is....

180 minuten?

300 minuten?

30 minuten?

15 minuten?

Test jezelf!

1. Hoeveel minuten zitten er in 6 uur? En hoeveel seconden?

2. Hoeveel uur is 900 minuten?

3. Hoeveel minuten is 9000 seconden? En hoeveel uur is dat dan?

In welke situatie heb jij voor het laatst gerekend met tijd of met geld?

Wat wil je onthouden van deze les?