Les 10 Transpiratie, menstruatie, sputum en braken

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

 Les 10 Transpiratie, menstruatie, sputum en braken

Leerdoelen

1. De student weet de obervatie onderdelen van transpiratie, menstruatie, sputum en braaksel.

2. De student kan de oorzaken van problemen rondom transpiratie, menstruatie, sputum en braaksel benoemen.

3. De student kan benoemen welke hulp nodig is voor een hygiënische verzorging. 

wat is observeren

Observeren

Observeren is het (bewust) waarnemen van een persoon en het beschrijven van wat je ziet.

Observeren van transpiratie, menstruatie, sputum en braaksel

Toepassen observatie

Bekijk de filmpjes

Noteer per onderdeel wat je observaties zijn.

Filmpje 1

- Braken- 

waar observeer je op?

wat zie je gebeuren in het filmpje?

welke hulpmiddelen zou je inzetten?

0

Filmpje 2

- Sputum -

waar observeer je op?

wat zie je gebeuren in het filmpje?

welke hulpmiddelen zou je inzetten?

0

Filmpje 3

- Transpireren -

waar observeer je op?

wat zie je gebeuren in het filmpje?

welke hulpmiddelen zou je inzetten?

Filmpje 4

- Menstruatie -

septische shock na vergeten tampon

casus

Achtergrondinformatie:

Je bent eerstejaars verzorgende IG (niveau 3) en loopt stage in een verpleeghuis. Tijdens je ochtenddienst hoor je van een collega dat meneer De Vries (79 jaar) afgelopen nacht heeft overgegeven. Meneer De Vries heeft dementie en is niet goed in staat om duidelijk aan te geven hoe hij zich voelt. Hij ziet er moe uit en wil niets eten tijdens het ontbijt. Meneer De Vries gaf vannacht twee keer over. Het braaksel bevatte deels onverteerd voedsel. Hij is vanochtend stil, reageert traag en wil niet rechtop zitten. Zijn vochtinname is minimaal. Jij krijgt de opdracht om hem de komende uren goed te observeren en te rapporteren in het zorgdossier.

Opdracht

Jij krijgt de opdracht om hem de komende uren goed te observeren en te rapporteren in het zorgdossier. Waar ga je op observeren en waarom. Zoek uit wat de "soep" methode is en zou je deze kunnen gebruiken in je observatie.

observatiepunten

Hoe vaak braakt meneer De Vries?

Wat is de kleur, geur en hoeveelheid van het braaksel?

Algemene toestand:

Hoe voelt meneer De Vries zich (bijvoorbeeld: vermoeidheid, onrust)?

Is hij misselijk? (Let op signalen zoals zweten, bleekheid of kokhalzen.)

Vocht- en voedselinname:

Hoeveel drinkt en eet hij gedurende de dag?

Kan hij het eten of drinken binnenhouden?

Lichamelijke signalen:

Heeft hij koorts? (Controleer zijn temperatuur als dat is toegestaan.)

Zijn er andere symptomen, zoals buikpijn of diarree?

Gedrag:

Is er verandering in zijn gedrag? Bijvoorbeeld meer slaperig, verward of juist onrustig?

Soep

Subjectief: Wat zegt meneer De Vries (indien mogelijk)?

Objectief: Wat zie jij of merk je aan hem?

Evaluatie: Wat denk je dat er aan de hand kan zijn?

Plan: Wat ga je doen of rapporteren?

Afronding

-Leerdoelen behaald?