2.1 Voedingsmiddelen en voedingsstoffen les 1

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Eerst Toets

• Iedereen maakt in stilte de toets
• Klaar:  Lees in stilte  je leesboek of een ander vakboek of maak de puzzel

Na doe toets:

• Paragraaf 1 van thema 2

Leerdoelen

• Je kunt de functies van voedingsstoffen en voedingsvezels in voedingsmiddelen noemen.

• Je kunt de zes groepen voedingsstoffen met hun functies en kenmerken benoemen.
  

Voedingsmiddelen versus voedingsstoffen

Voedingsmiddelen:

Alle producten die je eet of drinkt

Plantaardig of dierlijk

Voedingsstoffen:

De bruikbare bestandsdelen in voedingsmiddelen

Geef een voorbeeld van een voedingsmiddel

Wat zijn vitamines?

1. Voedingsmiddel
2. Voedingsstof

Vier functies van voedingsstoffen

Er zijn vier functies voor voedingsstoffen (er kunnen meerdere functies per voedingsstof zijn).

1. Bouwstoffen
2. Brandstoffen
3. Reservestoffen
4. Beschermende stoffen. 

Bouwstoffen en Brandstoffen

Bouwstoffen zorgen voor groei, herstel en ontwikkeling.

Brandstoffen gebruik je om energie van te krijgen. Jouw lichaam verbrandt deze stoffen zodat je kunt bewegen, warm blijven of leren.

Reservestoffen en beschermende stoffen

Reservestoffen worden opgeslagen in jouw lichaam totdat deze het nodig heeft. 

Beschermende stoffen zorgen dat je lichaam gezond blijft. 

Waarvoor gebruik je brandstoffen?

Groepen voedingsstoffen

Er bestaan zes soorten voedingsstoffen.

Deze zijn allemaal te plaatsen in de verschillende groepen die net behandeld zijn.

Eiwitten

Bouwstoffen

Brandstoffen

Koolhydraten

Bouwstoffen

Brandstof: glucose

Reservestoffen: glycogeen

Koolhydraten dienen als brandstof, maar worden soms gebruikt als bouwstof of reservestof.

Vetten

Bouwstoffen

Brandstoffen

Reservestoffen

Water

Bouwstof

Mineralen(zouten)

Bouwstof

Beschermende stof

Vitamines

Bouwstof

Beschermende stof

Naamgeving:

Letters (en cijfers)

A, B, C, D en K  

Vezels

Vezels zorgen ervoor dat je darmen goed werken. 

Welke 6 voedingsstoffen zijn er? (anoniem, probeer zover mogelijk te komen)

Aan het werk

Opdracht 3 en 4 van 2.1 

is ook huiswerk