Navidad ag

1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
SpaansWOStudiejaar 2

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Kerstles - clase de Navidad
CLASE DE NAVIDAD 
Kerstles

Slide 2 - Diapositive

Fijne Kerst
Merry Christmas
Frohe Weihnachten
Joyeux Noël
Feliz Navidad

Slide 3 - Question de remorquage

Objetivos Doelen
En esta clase... In deze les...
...
...aprendo sobre las tradiciones navideñas en España leer ik over Spaanse tradities rondom Kerst en Oud & Nieuw

Slide 4 - Diapositive

timer
1:00
Wat weet je al over Kerst in relatie tot Spanje (of Latijns Amerika)?

Slide 5 - Carte mentale

Hoe gaat het liedje?
"Feliz Navidad, Feliz Navidad, Feliz Navidad
.... año y felicidad"
A
Prospero
B
Bueno
C
Grande
D
Amor

Slide 6 - Quiz

Feliz Navidad y prospero año nuevo

Slide 7 - Diapositive

¿Qué es la Navidad para ti?

Slide 8 - Carte mentale

El vocabulario
El Belén, San José María y el niño Jesús, los Ángeles 
El árbol de Navidad, los villancicos
Las bolas y campanas
Los adornos
Los turrones
Los polvorones
El mazapán

Slide 9 - Diapositive

La Navidad en España
La Navidad dura dos semanas y las fiestas más importantes son:

  • Nochebuena 
  • Navidad 
  • Nochevieja 
  • Reyes

¡Escribid las fechas! 


Slide 10 - Diapositive

¿Cuántos días dura la Navidad?
A
dos semanas
B
dos meses
C
dos días
D
dos años

Slide 11 - Quiz

9

Slide 12 - Vidéo

¿Cuantos Reyes Magos hay?
A
cinco
B
cuatro
C
tres
D
seis

Slide 13 - Quiz

¿Cómo se llaman los tres Reyes Magos?
A
Rudolf, Ramón y Pedro
B
Melchor, Gaspar y Baltasar
C
Oviedo, León y Toledo
D
Rocinante, Babieca y Américo

Slide 14 - Quiz

De Kerstman heet in het Spaans Papá Noel, maar deze traditie is niet zo wijdverspreid zoals in Amerika. Spaanse kinderen krijgen hun cadeautjes namelijk niet van hem, maar van...
A
de Drie Koningen
B
los Reyes Magos
C
Melchor, Gaspar & Baltasar
D
Sinterklaas

Slide 15 - Quiz

Met welk feest kan je het feest van Reyes Magos vergelijken
A
Sinterklaas
B
Moederdag
C
Valentijnsdag
D
1 april

Slide 16 - Quiz

El Tío Spanish ___ (versiert) su casa con un árbol de Navidad, unas bolas, guirnaldas, luces y muchos otros adornos.

Slide 17 - Question ouverte

Welk figuur noemt Tío Spanish NIET (maar zie je wel vaak in een belén)?
A
de drie wijzen uit het oosten
B
engeltjes
C
herders
D
kamelen

Slide 18 - Quiz

El 24 de diciembre, los españoles (cenar)___, (comer)___ turrón, (brindar)___ con champán, (cantar) ___ villancicos
y (tocar)___ la pandereta y la zambomba.

Slide 19 - Question ouverte

Wat dragen Spanjaarden op oudjaarsdag voor geluk in het nieuwe jaar?
A
een hoedje
B
rode onderbroek
C
groene jas
D
hun gele vlag om hun schouders

Slide 20 - Quiz

Hoe wens je iemand een fijne kerst in het Spaans?

Slide 21 - Question ouverte

Slide 22 - Vidéo

¿Qué comen los neerlandeses en Navidad?

Slide 23 - Question ouverte

Las doce uvas de suerte
In Spanje eet je met oud-en nieuw 1 druif tijdens elke klokslag (in totaal 12 klokslagen, totale duur 60 sec).
Soms met succes maar vaak echter zonder succes want gemakkelijk is het niet. (Tío Spanish)










Per klokslag een druif (rozijn) eten en een wens doen!

Slide 24 - Diapositive

Elke klokslag eten ze een...
A
Fruit(druiven)
B
boontje
C
churro
D
tapa

Slide 25 - Quiz

Wat doen ze in Spanje net voor 12 uur 's nachts op 31 december?
A
Ze kussen elkaar
B
Ze open de Cava fles
C
Ze eten 12 druiven op de laatste 12 seconden
D
Ze eten tapa's

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Vidéo

Wat is 'Nochevieja'?
A
el 31 de diciembre
B
el 24 de diciembre
C
el 5 de enero
D
El 6 de enero

Slide 28 - Quiz

Nochevieja
31 de diciembre
Las doce uvas de suerte



Slide 29 - Diapositive

Tijdens Nochevieja, in España, ... 12 uvas om 12 uur snachts.
A
duermen (slapen)
B
hablan (praten)
C
se come (eten)

Slide 30 - Quiz

el 06 de enero
el 01 de enero
el 24 de diciembre
el 25 de diciembre
El 05 de enero
el 31 de diciembre
Navidad
Nochebuena
Noche vieja
El año nuevo
Día de reyes
Los reyes magos/ fin de navidad

Slide 31 - Question de remorquage

Árbol de navidad
Bolas
Luces
Estrella
Calcetines
Trino

Slide 32 - Question de remorquage

Muñeco de nieve
Estrella
Trineo
Los reyes magos
El turrón
La cava

Slide 33 - Question de remorquage

De kerstman in het Spaans is : Papá Noel
A
Verdadero
B
Falso

Slide 34 - Quiz

Hoe zeg je "Gelukkig Nieuwjaar" in het Spaans?
A
Feliz año nuevo
B
Happy new year
C
Buon Anno
D
feliz Ano Novo

Slide 35 - Quiz

Slide 36 - Diapositive

FELIZ NAVIDAD

Slide 37 - Diapositive