Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Welke bevat meer verschillende soorten?
A
Een familie
B
Een geslacht
C
Een orde
D
Een rijk
Slide 1 - Quiz
Organisch of anorganisch?
Anorganisch
Organisch
Slide 2 - Question de remorquage
Op de Japanse eilanden Tokunoshima en Amami-Oshima is een orchidee ontdekt die nooit bloeit. De plant vormt wel bloemknoppen, maar die gaan nooit open. Een dergelijke plant wordt een cleistogame plant genoemd. De orchidee is van het geslacht Gastrodia. Planten van dit geslacht zijn volledig afhankelijk van schimmels voor het binnenkrijgen van energierijke koolstofverbindingen. De plant is ... .
A
autotroof
B
heterotroof
Slide 3 - Quiz
Pneumokokken hebben wel een celwand, maar geen celkern. Tot welke domein behoren deze organismen? En welke rijken vallen onder dit domein?
Slide 4 - Question ouverte
We onderscheiden de hond (Canis lupus familiaris), de coyote (Canis latrans) en de wolf (Canis lupus). Hoeveel soorten zijn dit? En hoeveel geslachten? Hoeveel soorten en hoeveel geslachten?
A
Geslacht: 1
Soort: 2
B
Geslacht: 1
Soort: 3
C
Geslacht: 2
Soort: 1
D
Geslacht: 3
Soort: 1
Slide 5 - Quiz
Wat is de naam van het proces waarbij mitochondriën en chloroplasten zijn ontstaan?
Slide 6 - Question ouverte
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Slide 9 - Diapositive
Aan de slag
Maak opdracht 40, 41, 45, 46, 47
Slide 10 - Diapositive
Tim wil onderzoeken welke delen van de mycorrhiza behoren tot de vliegenzwam en welke tot de berk. Door de microscoop ziet hij: celwanden, celkernen en vacuolen. Kan Tim de aanwezigheid of afwezigheid van een van deze celstructuren gebruiken om onderscheid te maken tussen de cellen van de vliegenzwam en de cellen van de berk? Zo ja, welke celstructuren kan hij hiervoor gebruiken?
A
Nee
B
Ja, de celkernen
C
Ja, de celwanden
D
Ja, de vacuolen
Slide 11 - Quiz
Wat is GEEN onderdeel van de celwand van een plant?
A
Cellulose
B
Chitine
C
Lignine
D
Pectine
Slide 12 - Quiz
Algen nemen ..(1).. op uit de omgeving en zijn daarom ..(2).. .