H4.1 Indeling in de levende natuur

H4.1 Indeling in de levende natuur
4.1.1 Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen.
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 75 min

Éléments de cette leçon

H4.1 Indeling in de levende natuur
4.1.1 Je kunt het ordeningssysteem van organismen beschrijven en toepassen.

Slide 1 - Diapositive

Het leven op aarde
  • Leeftijd van de aarde: ~4,6 miljard jaar
  • Eerste leven: Eencelligen in zee (~3,8 miljard jaar geleden)
  • Eerste meercelligen: ~670 miljoen jaar geleden
  • Oudste menselijke fossielen: ~5 miljoen jaar oud
  • Biodiversiteit: >2 miljoen bekende soorten, 10-100 miljoen onbekende

Slide 2 - Diapositive

Het leven op aarde
  • Ordeningssysteem: Helpt bij studie en overzicht van soorten
  • Systematiek & taxonomie: Ordenen, benoemen en verwantschap onderzoeken
  • Moleculaire eigenschappen: DNA, eiwitten en membranen steeds belangrijker

Slide 3 - Diapositive

Criteria voor indeling
Indeling van organismen:

  • Moleculaire eigenschappen (DNA, eiwitten, membranen)
  • Uiterlijke kenmerken (celtype, aantal cellen, celwand)
  • Voedingswijze


Slide 4 - Diapositive

Criteria voor indeling
Indeling op voedingswijze:

Autotrofe organismen:
  • Maken organische stoffen uit CO₂, H₂O en mineralen
  • Geen andere organismen als voedsel nodig
  • Planten en cyanobacteriën (fotosynthese in bladgroenkorrels)

Heterotrofe organismen:
  • Voedsel nodig van andere organismen
  • Kunnen geen organische stoffen maken uit anorganische stoffen
  • Voorbeelden: dieren, schimmels, meeste bacteriën

Slide 5 - Diapositive

Criteria voor indeling
Opname van organische en anorganische stoffen uit het milieu

Organische stoffen:
  • Afkomstig van organismen
  • Grote, complexe moleculen (C, H, meestal O, soms N, P, S)
  • Voorbeelden: eiwitten, vetten, koolhydraten (glucose: C₆H₁₂O₆)

Anorganische stoffen:

  • Zowel in levenloze natuur als in organismen
  • Kleine, eenvoudige moleculen
  • Voorbeelden: CO, CO₂, H₂O, NaCl, O₂

Slide 6 - Diapositive

Prokaryoten en eukaryoten

Drie domeinen van leven:
Prokaryoten (bacteriën & archaea):
  • Eencellig, geen celkern
  • DNA los in cytoplasma
  • Kleine, eenvoudige cellen zonder organellen (wel ribosomen)

Eukaryoten (planten, dieren, schimmels)
  • Cellen met celkern en organellen
  • Planten: chloroplasten, celwand, mitochondriën
  • Dieren: mitochondriën, geen celwand
  • Schimmels: celwand, mitochondriën
Binas92A

Slide 7 - Diapositive

Binas 79A
Binas 79B
Binas 79C

Slide 8 - Diapositive

Binaire naamgeving
Indeling van organismen:
Rijk → Stam → Klasse → Orde → Familie → Geslacht → Soort

Stammen in het dierenrijk:
  • Gewervelden
  • Geleedpotigen
  • Weekdieren

Geslacht (Genus):
  • Bestaat uit verwante soorten met een gemeenschappelijke voorouder
  • Organismen binnen een geslacht (genus) zijn nauwer verwant dan binnen een stam

Hoe kleiner de groep, hoe sterker de genetische verwantschap

Slide 9 - Diapositive

Binaire naamgeving
Bestaat uit geslachtsnaam (hoofdletter) + soortaanduiding (kleine letter)

Eenduidigheid → Vermijdt verwarring door regionale namen
Universeel → Begrijpelijk voor wetenschappers wereldwijd
Classificatie & verwantschap → Laat verwantschap tussen soorten zien (Canis lupus vs. Canis familiaris)
Stabiel & tijdloos → Latijn verandert niet zoals gewone talen
Kort & gestandaardiseerd → Twee woorden i.p.v. lange beschrijvingen

Slide 10 - Diapositive

En nu
  • Wat: H4.1 opdr 1 t/m 8
  • Hoe: werkboek
  • Met wie: klasgenoot
  • Hulp: klasgenoot / Nijhof
  • Tijd: 75 min
  • Klaar: herhaal H3.1 t/m 3.6

Slide 11 - Diapositive