Les 3; Lezen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

WELKOM!

Nederlands

Blok 1
Maandag 22 januari 2024

- jas aan de kapstok

- telefoon in de bak

- kauwgom in de prullenbak

 

Ga lekker zitten!

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen 

Voor deze les heb je een pen of potlood mee, zodat je kunt schrijven.

Tijdens de les:

- luister je naar de instructie

- luister je als een ander de beurt heeft

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt!

Wat gaan we doen?

- Terugblik

- Voorkennis

- Instructies

- Aan de slag

- Afsluiting

Terugblik

Schrijf de goede vorm op Tegenwoordige tijd!

(groeien) Zij ................... niet zo veel meer.

(raden) Tijdens het spel ........... Levi het goede antwoord.

(gokken) De leerlingen ................ het antwoord, omdat ze niet goed hebben opgelet.

Terugblik

Hoe zat het ook alweer 'tegenwoordige tijd'?

Ik                      stam

Jij/u                stam +t

Hij/zij             stam +t

Wij                   hele werkwoord

Jullie              hele werkwoord

Zij                    hele werkwoord

Terugblik

Schrijf de goede vorm op Verleden tijd!

(groeien) Zij ................... niet zo veel meer.

(vinden) Tijdens het verstopspel ........... Levi de meeste leerlingen.

(gokken) De leerlingen ................ het antwoord, omdat ze niet goed hadden opgelet.

Terugblik

Verleden tijd (het is al geweest)

- sterke werkwoorden

- zwakke werkwoorden

Voorkennis

blz. 127 - opdracht 1

Doel van deze les

Ik weet

- dat een tekst een doel heeft

- dat er verschillende tekstdoelen zijn

- welke tekstdoelen er zijn

Ik kan

- een tekstdoel aan een tekst koppelen

Instructie

- informeren (informatie geven - etiket van een product)

- instrueren (uitleg geven - recept)

- overtuigen (overhalen - website van een restaurant)

Voorbeeld

Informeren - Je kunt lezen wat er in 

het wasmiddel zit en hoe je

het moet gebruiken.

De tekstsoort is een etiket.
De doelgroep is gebruikers van wasmiddel.

Voorbeeld

Instrueren.

Een recept geeft uitleg over hoe je

een gerecht moet maken.

De tekstsoort is een recept.
De doelgroep is mensen die gehakttaart 

willen maken.

Voorbeeld

Overtuigen

Het park krijgt een goede

beoordeling. Echt een park om

naartoe te gaan!

De tekstsoort is een review.
De doelgroep is mensen die een vakantie zoeken.

Aan de slag!

Werkboek blz. 127 t/m 129 - opdr. 2

                      blz. 130/131 - opdr. 3

                      blz. 132 /133 - opdr. 4

Klaar?

* studiemeter

Afsluiting

- Heb je de taken afgekregen?

- Hoe heb jij gewerkt?

- Wat ging goed en wat kon beter?