Thema 2 hoofdstuk 3 - lezen

Thema 2 hoofdstuk 3 - lezen
Wat ga je leren deze les?
- Je weet wat een tekstdoel is
- Je kan uitleggen wat informeren, instrueren en overtuigen betekent.
- Je oefent met de doelgroep te vinden in de tekst
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

Thema 2 hoofdstuk 3 - lezen
Wat ga je leren deze les?
- Je weet wat een tekstdoel is
- Je kan uitleggen wat informeren, instrueren en overtuigen betekent.
- Je oefent met de doelgroep te vinden in de tekst

Slide 1 - Diapositive

Elke tekst, foto, appje, verhaal, programma, filmpje heeft een doel!

Slide 2 - Diapositive

Welk doel heeft deze foto?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Wat is het doel van deze reclame?

Slide 5 - Diapositive

Wat is het doel van Fortnite?

Slide 6 - Diapositive

Wat is....
informeren?

instrueren?

overtuigen?

Slide 7 - Diapositive

informeren
(je krijgt informatie)
lesboek
Etiket
Poster

Slide 8 - Diapositive

instrueren
(Uitleg over hoe iets moet of hoe iets werkt)
Recept
Uitlegposter

Slide 9 - Diapositive

overtuigen
(om iets te vinden of te kopen of iets niet wel of niet te doen)
reclamefolder
Een boek

Slide 10 - Diapositive

Doelgroep
Voor wie is het bedoeld?


informatie over de brugklas
Klacht over  school
Uitleg over de judoles
Reclame voor vapes
Gebruiksaanwijzing   van de PS5     

Slide 11 - Diapositive

Aan de slag!

Je maakt zelfstandig blz. 127 t/m 138


Het doel van deze les:
Maak elke opdracht 100% goed. 
Twijfel? Stel dan een vraag aan mij.

Slide 12 - Diapositive

Opfrissen tekstdoelen
- Instrueren
- Informeren
- Overtuigen

Noem bij elk tekstdoel een voorbeeld

Slide 13 - Diapositive

Tekstsoorten
Er bestaan verschillende soorten tekst. Dit noem je tekstsoorten
- Folder
- Advertentie
- Nieuwsartikel
-Gebruiksaanwijzing
- Brief


Slide 14 - Diapositive

Doelgroep
Een schrijver wil altijd een groep mensen bereiken. Dat noem je een doelgroep.

Reclame voor nijntje koekjes= ouders van jonge kinderen
Artikel in de krant over vervuiling= volwassenen
Goedkope hamburgers= jongeren
Reclame traplift= ouderen

Slide 15 - Diapositive