Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hoe schrijf ik een recept?
Slide 1 - Diapositive
Lesdoelen
Weten hoe je een instructie schrijft (uitleg in stappen hoe je iets moet uitvoeren)
Boodschappenlijst maken
Uitrekenen wat je nodig hebt voor meer mensen
Presenteren
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Vidéo
Planning
Stap 1: Bekijk de les in lesson up
Stap 2: Bedenk welk recept je wilt delen en maken
Stap 3: Schrijf alles wat je weet vast op papier
Stap 4: Schrijf het recept op en werk het netjes uit
Stap 5: Maak een boodschappenlijstje voor de hele klas
Stap 6: Reken uit wat het kost
Stap 7: Maak een verhaal bij het recept.
Slide 4 - Diapositive
Instructie schrijven
Slide 5 - Diapositive
Opdracht
Voor deze opdracht ga je iets bedenken dat je zelf lekker vindt!
Bedenk iets makkelijks wat je uit je hoofd kan koken of bakken.
Je maakt daarbij notities. Vanuit die notities schrijf je het recept.
Slide 6 - Diapositive
Stappen
Stap 3: Zet alles wat je weet op papier.
Zet alles wat je al over de ingrediënten en bereiding weet op papier (Je kunt dit later gebruiken bij het uitwerken van de ingrediëntenlijst en het schrijven van de stappen.)
Slide 7 - Diapositive
Stap 3 - Ingrediëntenlijst
Maak een ingrediëntenlijst.
Hierin zet je de ingrediënten mét belangrijke eigenschappen en hoeveelheden.
Je zet ze onder elkaar neer in de volgorde waarop je ze in het recept gebruikt.
Als ingrediënten tegelijk worden toegevoegd, zet je ze op basis van hoeveelheid op volgorde (van veel naar weinig).
Slide 8 - Diapositive
Stap 4 - Kookgerei
Maak een lijst met benodigd kookgerei.
Je zet ze onder elkaar neer in de volgorde waarop je ze in het recept gebruikt.
Slide 9 - Diapositive
Stap 5: UItwerken
Vul het receptenblad in
Geef het recept een titel.
Geef aan hoe veel tijd de bereiding kost én voor hoeveel personen het recept is. Zet onder de titel hoe lang de bereiding duurt (evt. opgesplitst in bereidings- en oventijd).
Slide 10 - Diapositive
LET OP!
Gebruik hoofdletters en leestekens.
Geef genoeg, maar niet te veel informatie. Gebruik bijvoorbeeld alleen bijvoeglijk naamwoorden als deze duidelijkheid geven.
Slide 11 - Diapositive
LET OP!
Denk ook hieraan:
Geef bij bereiding in de oven aan op welke stand én temperatuur de oven moet staan.
Geef bij bereiding op een fornuis aan of je het vuur zachtjes of hard moet zetten.
Slide 12 - Diapositive
Stap 6,7: maak een boodschappenlijstje,
Maak een boodschappenlijstje
Zet de winkel waar we het moeten halen erbij
Reken uit wat het kost
Slide 13 - Diapositive
Aan de slag
De opdracht is het schrijven van een recept. Dit mag iets zijn om te bakken of om te koken.
De vorige stappen kun je gebruiken om jouw recept te schrijven. Denk goed om jouw lay-out!
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.