5.6 Werelden van verschil

• Levensbeschouwing
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Levensbeschouwing

2e klas | Meneer Kalkman

Startregels:

- Kom rustig binnen en ga op je plek zitten.

- Doe je jas uit.

- Leg je boek, schrift en pen/etui op tafel.

Lesdoelen

1. Je kunt voorbeelden geven van stereotypen tussen man en vrouw in onze samenleving. (5.3)

2. Je kunt uitleggen hoe je je verhoudt tot andermans levensbeschouwing (5.6)

3. Je kunt zelfstandig leren voor de toets met behulp van de studiewijzer. 

Uitleg | 5.3 Vrouwen en mannen

- Stereotype verschillen tussen man en vrouw 

- Een stereotype is een vaststaand idee. Het zegt hoe een man of vrouw eruit hoort te zien.

Uitleg | 5.3 Vrouwen en mannen

Waarom verschillen mannen en vrouwen? Twee ideeën. 

1. Omdat man en vrouw verschillend worden geboren. 

Er zijn fysieke verschillen.

2. Omdat de verschillen worden aangeleerd. 

Vooral de omgeving bepaald de verschillen

Uitleg | 5.3 Vrouwen en mannen

Hoe kijken godsdiensten tegen het verschil aan? 

> In veel godsdiensten zegt men: 'de vrouw mag geen ambt vervullen, ze moet zich bezig houden met kinderen krijgen en opvoeden.

> In die godsdiensten zeggen sommigen juist: 'de vrouw mag dezelfde ambten vervullen als de man.'

Checkvraag 5.3 | Wat zijn de 2 antwoorden op de vraag: waar komen de verschillen tussen man en vrouw vandaan?

Voorkennis 5.6 | Met welke verschillende culturen en levensbeschouwingen heb jij te maken om je heen?

Opdracht 

Geef antwoord op deze vragen op een los briefje. Schrijf je naam er niet op.

  

1. welke cultuur/culturen zijn belangrijk voor jou? 

2. welke levensbeschouwing/godsdienst is belangrijk voor jou? 

3. Wat is een belangrijke leefregel in jouw leven? 

                                > klaar? Leg het briefje op de hoek van je tafel voor de docent.

Opdracht 

De docent heeft alle briefjes opgehaald en deelt ze nu weer willekeurig uit. Je krijgt dus het briefje van een andere leerling.

Beantwoord nu (in je eigen schrift) de volgende vragen: 

1. kun jij je voorstellen dat je de persoon van het briefje zou kunnen zijn?            2. Waarom wel of niet? 

3. Wat deel je (denk je) met de persoon wiens briefje je hebt? 

            > Klaar? Leg het briefje weer op de hoek van je tafel. 

Uitleg

> samen lezen blz. 42.

> Wat is compassie? 

> De Gulden Regel: 

"Behandel anderen zoals je zelf behandeld wilt worden."

Leren met de studiewijzer

1.  Kies een van de leerdoelen.

2. Lees in 5.6 en zoek naar de woorden die in het leerdoel staan.

3. Doe wat er in het leerdoel staat.

> Verder oefenen? Maak de opdrachten die bij die paragraaf horen!

Zelfstandig leren en oefenen met de studiewijzer

- Fluisterend overleggen mag.

- Vraag? Loop naar mij toe. 

Volgende week: toets

- Telt 3 keer mee (net als alle andere toetsen dit jaar).  

- Duurt 50 minuten

- De stof is: 

          -'Kijk om je heen' (blz. 4-9).

          - paragraaf 5.1, 5.2, 5.3 en 5.6 (dus niet 5.4, 5.5 en 5.7)

          - de lessen, je aantekeningen en de                                    huiswerkopdrachten.