Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Engelse werkwoorden
Engelse werkwoorden
1 / 16
suivant
Slide 1:
Diapositive
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Cette leçon contient
16 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
La durée de la leçon est:
45 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Engelse werkwoorden
Slide 1 - Diapositive
Welke Engelse werkwoorden ken je?
Slide 2 - Question ouverte
Bij de meeste werkwoorden werkt het hetzelfde als bij de Nederlandse werkwoorden.
Slide 3 - Diapositive
maar..... let op de uitspraak. Als de stam eindigt op een s-klank (finish, race, lunch) komt er +te(n) achter in de verleden tijd.
Slide 4 - Diapositive
Hoe schrijf je het werkwoord?
Gisteren .... (timen) hij de bal goed.
A
timde
B
timdde
C
timete
D
timede
Slide 5 - Quiz
Hoe schrijf je het werkwoord?
Hij .... (barbecueën) afgelopen zomer erg graag.
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 6 - Quiz
Hoe schrijf je het werkwoord?
Hij ... (lunchen) gisteren in de Herenstraat.
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 7 - Quiz
Hoe schrijf je het werkwoord?
Hij ... (deleten) de bestanden.
A
deletet
B
delet
Slide 8 - Quiz
Hoe schrijf je het werkwoord?
Hij ... (racen) vorige week de sterren van de hemel.
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 9 - Quiz
Engelse werkwoorden
-Hetzelfde als Nederlandse werkwoorden
-Bij werkwoorden die eindigen op -e de 'e' laten staan.
faken --> stam: fake --> hij fake+t (tt)
--> hij fake+te
Slide 10 - Diapositive
Mijn vader (downloaden, tt) elke dag een paar nieuwe liedjes
A
download
B
downloat
C
downloadt
D
downloadde
Slide 11 - Quiz
De journalist (interviewen, tt) mij voor de derde keer.
A
interviewt
B
intervieuwt
C
interviewd
D
interviewdde
Slide 12 - Quiz
Jason (barbecueën, tt) het liefst in de achtertuin van zijn huis.
A
barbecued
B
barbecuedt
C
barbecuet
D
barbecuette
Slide 13 - Quiz
Op die gladde weg (skate, tt) mijn vriendje het liefst.
A
skatet
B
skate
C
skated
Slide 14 - Quiz
Romy en Marie (racen, vt) op hun fiets door de straat
A
raceten
B
racetten
C
raceden
Slide 15 - Quiz
Tijdens de marathon (finishen, vt) Anniek en Irma tegelijk.
A
finishden
B
finishten
C
finishtten
Slide 16 - Quiz
Plus de leçons comme celle-ci
Engelse werkwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
20 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
il y a 17 jours
- Leçon avec
36 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Décembre 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Mai 2019
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vmbo k
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Novembre 2022
- Leçon avec
18 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Mai 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Mai 2019
- Leçon avec
27 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Engelse werkwoorden
Mai 2023
- Leçon avec
19 diapositives
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2