Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
welkom
Ga rustig zitten
en pak je spullen er bij
Slide 1 - Diapositive
lesdoel
je kan 4 onderdelen van een planten cel benoemen.
je kan van 2 cel onderdelen de functie benoemen.
je kan het verschil uitleggen tussen een kruidachtige en houtachtige plant.
je kan benoemen hoe een dier is opgebouwd
Slide 2 - Diapositive
wat gaan we doen?
huiswerk bespreken
aan de slag
opdrachten bespreken/ uitleg
aan de slag
pauze
opdrachten bespreken
stukje theorie
huiswerk
oefen vragen
afsluiting
Slide 3 - Diapositive
huiswerk bespreken
heb je het gemaakt?
opdracht 1 tot en met 10 vanaf blz 19 tot 23
welke gaan we bespreken?
2,3,9
Slide 4 - Diapositive
aan de slag
opdracht 11 en 12
blz 23 en 24
klaar?
lees blz 24 door
en maak 13 en 14 blz 25
timer
1:00
Slide 5 - Diapositive
na bespreken
opdracht 11 blz 23
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
houtachtigen
houtcellen hebben in de celwand veel houtstof.
cellen gaan dood, maar blijven wel stevig.
Slide 8 - Diapositive
aan de slag
opdracht 13 tot en met 17
tot dat de bel gaat
Slide 9 - Diapositive
even ontspannen
5 min, zorg niet voor overlast wees op tijd weer terug
Slide 10 - Diapositive
opdrachten bespreken
opdracht 13 en 14 blz 25
Slide 11 - Diapositive
het dieren rijk
Slide 12 - Diapositive
verschillende weefsels
wat is een weefsel? hoe zien die er uit?
kijk mee op blz 29
Slide 13 - Diapositive
hoe is een dier opgebouwd?
Slide 14 - Diapositive
hoe is een dier opgebouwd
cel -> weefsel-> orgaan-> orgaanstelsel-> organisme
Slide 15 - Diapositive
huiswerk
1 tot en met 9
blz 27t/m 30
(en zorg dat paragraaf 1.2 af is)
Slide 16 - Diapositive
na bespreken
opdracht 3 en 6
Slide 17 - Diapositive
Hoe noemen we het indelen van organismen?
A
Kenmerken
B
Vertakkingsschema
C
Celkern
D
ordening
Slide 18 - Quiz
In welke vier rijken kunnen we de organismen indelen?
A
insecten, wormen, zoogdieren enplanten
B
planten, zoogdieren, schimmels en bacteriën
C
planten, schimmels, bacteriën en dieren
D
dieren, schimmels, reptielen en bacteriën
Slide 19 - Quiz
Als we kijken naar de celkenmerken kunnen we organismen indelen in vier rijken; bacteriën, schimmels, planten en dieren
A
waar
B
niet waar
Slide 20 - Quiz
Horen de SPONZEN bij het plantenrijk of bij het dierenrijk?
A
Plantenrijk
B
Dierenrijk
Slide 21 - Quiz
Op basis van wat gaan we bij Biologie alle organismen ordenen?
A
Hoe groot dieren zijn
B
Op kleur
C
Bepaalde kenmerken
D
leeftijd
Slide 22 - Quiz
Een plantencel heeft geen celkern
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quiz
Wat is een weefsel
A
Cellen in verschillende organen met een vorm en functie
B
de cellen in een orgaan
C
Een groep cellen met dezelfde vorm en functie
Slide 24 - Quiz
Een plantencel bevat bladgroenkorrels.
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quiz
lesdoel
je kan 4 onderdelen van een planten cel benoemen.
je kan van 2 cel onderdelen de functie benoemen.
je kan het verschil uitleggen tussen een kruidachtige en houtachtige plant.
je kan benoemen hoe een dier is opgebouwd
Slide 26 - Diapositive
je kan 4 onderdelen van een planten cel benoemen. je kan van 2 cel onderdelen de functie benoemen. je kan het verschil uitleggen tussen een kruidachtige en houtachtige plant. je kan benoemen hoe een dier is opgebouwd