Bio-3M-1.3 Dierenrijk (24-25)

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 3

1.3 Dierenrijk

Wat is een uniek kenmerk van een plantaardige cel?

1. Heeft een celwand
2. Heeft een celkern
3. Heeft een vacuole
4. Heeft bladgroenkorrels

Welke organen heeft een plant?

1. Wortels
2. Stengel
3. Bloem
4. Bladeren

de kruidachtige planten zijn stevig door

1. Houtstof
2. de celwand
3. de vacuole
4. de celwand en vacuole

Waarvoor gebruikt de plant cellulose?

1. vacuole
2. bladgroenkorrel
3. celkern
4. celwand

Hebben plantaardige cellen cytoplasma?

1. ja
2. nee

Fotosynthese vindt plaats in...

1. de bladgroenkorrels
2. cytoplasma
3. celkern
4. celmembraan

Hoe heet deel 4?

1. celmembraan
2. vacuole
3. celwand
4. cytoplasma

Hoe heet de grootste zwarte stip in de cel?

1. cytoplasma
2. grote vacuole
3. bladgroenkorrel
4. celkern

Een struik is een houtachtige/kruidachtige plant.

1. Houtachtige
2. Kruidachtige

Hoe komen houtachtige stengels een hun stevigheid?
En kruidachtige stengels?

1. Houtachtige en kruidachtige stengels krijgen door water hun stevigheid
2. Houtachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid, kruidachtige stengels door kruiden.
3. Houtachtige en kruidachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid.
4. Houtachtige stengels krijgen door hout hun stevigheid, kruidachtige stengels door water.

Hoe noem je planten die stevig blijven door water?

1. Houtachtige planten
2. Kruidachtige planten

1.3 Leerdoelen

• Je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen en voorbeelden van dierlijke weefsels geven.
• Je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen.
• Je kunt de functies van onderdelen van een dierlijke cel benoemen.

1.3 Begrippenlijst

Organisme - orgaanstelsel - organen - weefsel - cellen

Celmembraan - Cytoplasma - Celkern

Indeling in 4 rijken doe je door de cellen

 

1. Bacterie cel

2. Dierlijke cel

3. Plantencel

4. Schimmelcel

Hoe herken je ze?

Unieke kenmerken voor rijken:

1. Bacterierijk > als enige geen celkern

2. dierenrijk > Als enige geen celwand

3. Plantenrijk > Als enige bladgroenkorrels

4. Schimmelrijk > Geen uniek kenmerk.

Dieren

Cel 2 is een dierlijke cel. 

Hij heeft als enige
geen celwand.

Leerdoel

Je kunt de delen van een dier herkennen en benoemen en voorbeelden van dierlijke weefsels geven.

Planten

Cel 3 is een plantaardige cel. 

Hij eeft als enige bladgroenkorrels.

Van groot naar klein

cel

Weefsel

Een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
voorbeelden:
kraakbeenweefsel, spierweefsel.
Een orgaan betaat uit verschillende weefsels.

Orgaan

Deel van een organisme met een bepaalde taak

Orgaanstelsel

Een groep organen die samenwerken om een gezamelijke taak uit te voeren.

Orgaanstelsels

organenstelsel

In dit voorbeeld het zenuwstelsel

1

orgaan

In dit voorbeeld de hersenen

2

weefsel

In dit voorbeeld: Zenuwweefsel

3

cel

in dit voorbeeld, een zenuwcel

4

Leerdoel

Je kunt de onderdelen van een dierlijke cel benoemen

+

Je kunt de functies van de onderdelen van een dierlijke cel benoemen.

Dierlijke cel

Wat maakt dierlijke cellen uniek?

Welke celonderdelen herken je?

Wat doen die onderdelen van de cel?

inwendig skelet

uitwendig skelet

Weektaak

Maken 1.3:

Vraag 1 t/m 11

Werk van vorige weken

1.1: 1 t/m 12 + 14 t/m 15

1.2: 1 t/m 16

werk gemaakt en nagekeken? Aftekenen!