Taalcompleet A1 Thema 7

Vul in: ..... gram druiven wilt u?
A
Wanneer
B
Hoeveel
C
Hoe
D
Wat
1 / 18
suivant
Slide 1: Quiz
Alfabetisering NT2Beroepsopleiding

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Vul in: ..... gram druiven wilt u?
A
Wanneer
B
Hoeveel
C
Hoe
D
Wat

Slide 1 - Quiz

Welk woord hoort er niet bij?
A
Snelweg
B
Stoplicht
C
Zebrapad
D
School

Slide 2 - Quiz

Wat is de hoofdstad van Nederland?
A
Rotterdam
B
Den Haag
C
Amsterdam
D
Haarlem

Slide 3 - Quiz

Wat is goed?
A
De foto hangt aan de muur.
B
De foto hangt voor de muur.
C
De foto hangt naast de muur.
D
De foto hangt onder de muur.

Slide 4 - Quiz

Jody is ..... naar Groningen.
A
doorgeven
B
onderweg
C
thuis
D
file

Slide 5 - Quiz

Kijk naar het plaatje. 

Slide 6 - Diapositive

Je moet hier:
A
Bij de tweede straat naar links.
B
Bij de eerste straat naar rechts.
C
Bij de derde straat naar rechts.
D
Rechtdoor.

Slide 7 - Quiz

U kun goed Nederlands spreken.
Is deze zin goed?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 8 - Quiz

U kun goed Nederlands praten. Verbeter de fout. Schrijf alleen het verbeterde woord op

Slide 9 - Question ouverte

Wat is goed?
A
Zij gaan in 14 april trouwen.
B
Zij gaan op 14 april trouwen.
C
Zij gaan om 14 april trouwen.
D
Zij gaan tot 14 april trouwen.

Slide 10 - Quiz

Op de klok staat:
13:37
Hoe laat is het?
A
Het is zeven over half een.
B
Het is half vier.
C
Het is zeven voor half twee.
D
Het is zeven over half twee.

Slide 11 - Quiz

Nederland heeft 14 provincies.
A
Ja.
B
Nee.

Slide 12 - Quiz

Kijk goed naar het volgende plaatje.
Hoe laat vertrekt de trein naar Utrecht? Daarna komt de vraag. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Je ben om kwart over twee op het station. Ben je op tijd?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 15 - Quiz

Dit is onze huis.
Is deze zin goed?
A
Ja.
B
Nee.

Slide 16 - Quiz

Dit is onze huis.
Verbeter de fout. Schrijf alleen het verbeterde woord op

Slide 17 - Question ouverte

Ik vind deze lesson up
A
moeilijk
B
makkelijk
C
gaat wel

Slide 18 - Quiz