Bs 4 Hart en vaatziekten

bs 4 hart- en vaatziekten
1 / 29
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 29 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

bs 4 hart- en vaatziekten

Slide 1 - Diapositive


Hoe noem je de 'prik' met antigenen?
A
Antibiotica
B
Vaccinatie

Slide 2 - Quiz

Alle antigenen zijn lichaamsvreemd
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Wat is hier het antigeen?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 4 - Quiz

..... zorgen voor bloedstolling
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen type 1
C
Witte bloedcellen type 2
D
Bloedplaatjes

Slide 5 - Quiz

Antistof
Witte bloedcel
Antigenen
Ziekteverwekker

Slide 6 - Question de remorquage

Deze cellen bevatten hemoglobine en vervoeren zuurstof
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen type 1
C
Witte bloedcellen type 2
D
Bloedplaatjes

Slide 7 - Quiz

Als je antigenen inspuit dan word je ...
A
Tijdelijk immuun (passieve immunisatie)
B
Voor langere tijd immuun (actieve immunisatie)

Slide 8 - Quiz

1
Rechterboezem
2
3
4
5
6
7
8
Aorta
Longen
Linkerboezem
Longader
Rechterkamer
Linkerkamer
Longslagader

Slide 9 - Question de remorquage

Wat is hier de antistof?
A
Geel
B
Oranje
C
Blauw

Slide 10 - Quiz

Wat is een afweereactie tegen lichaamsvreemde stoffen(antigenen)?
A
Het lichaam maakt enzymen.
B
Witte bloedcellen maken antistoffen.
C
Het lichaam wordt koud.
D
Rode bloedcellen maken histamine.

Slide 11 - Quiz

Wat is een antigeen?
A
Antistof geproduceerd door een witte bloedcel
B
Stof waaraan een cel "herkend" wordt
C
Een ander woord voor witte bloedcel

Slide 12 - Quiz

Volgorde kleine bloedsomloop
Volgorde grote bloedsomloop
Holle aders
Linker boezem
Rechter kamer
Aorta
Longen
Organen
Rechter boezem
Longader
Longslagader
Linker kamer

Slide 13 - Question de remorquage

darmslagader
longader
nierader
poortader
aorta
longslagader

Slide 14 - Question de remorquage

Waar denk je aan bij 'gezond leven'?

Slide 15 - Carte mentale

 Leerdoelen
Ik kan aangeven hoe ik mijn hart en bloedvaten gezond kan houden.
Ik kan de gevolgen van alcohol op korte en lange termijn noemen. 

Slide 16 - Diapositive

Hart en vaatziekten 
hoge bloeddruk

slagaderverkalking
     - hartinfarct
     - herseninfarct

Slide 17 - Diapositive

hoge bloeddruk

oorzaken:
- roken
- ongezond eten
- overgewicht
- te veel zout
- te weinig beweging
- te veel spanning en stress

Slide 18 - Diapositive

Gevaar hoge bloeddruk


Een hoge bloeddruk beschadigt de wanden van bloedvaten.

Hierdoor hopen vetachtige stoffen uit het bloed, zoals cholesterol, zich op in de wanden van de bloedvaten.

Hierop zet zich kalk af en spreken we van slagaderverkalking

Slide 19 - Diapositive

Slagaderverkalking

Slide 20 - Diapositive

Hartinfarct

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

hartinfarct/hartaanval

Wanneer een kransslagader verstopt raakt kun je een hartinfarct krijgen.
(een deel van) de hartspier krijgt dan geen zuurstof meer.
mogelijke behandelingen:
- dotteren
- het plaatsen van een stent
- bypassoperatie

Slide 23 - Diapositive

vragen
VRAGEN? 

Slide 24 - Diapositive

Na het ontbijt meet Bram zijn bloeddruk. Daarna gaat hij een uur hardlopen. Na het hardlopen meet hij zijn bloeddruk opnieuw. De bloeddruk is na het ontbijt hoger/lager dan direct na het hardlopen.
A
Hoger
B
Lager

Slide 25 - Quiz

Werk gevolg heeft slagaderverkalking voor de bloeddruk?
A
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
B
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed gemakkelijk door de slagaders kan stromen.
C
De bloeddruk zal dalen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.
D
De bloeddruk zal stijgen, omdat het bloed moeilijker door de slagaders kan stromen.

Slide 26 - Quiz

Waardoor kan een hartinfarct worden veroorzaakt?
A
Door het optreden van slagaderverkalking in een longslagader
B
Door het optreden van slagaderverkalking in een kransslagader.
C
Door het optreden van slagaderverkalking in de halsslagader.
D
Door het optreden van slagaderverkalking in de leverslagader.

Slide 27 - Quiz

Alcohol wordt vervoerd door het bloed.
Door welk bestanddeel van bloed
wordt alcohol vervoerd?
A
Rode bloedcellen
B
Witte bloedcellen
C
Bloedplaatjes
D
Bloedplasma

Slide 28 - Quiz

maken 
Bs 4: 1 t/m 8
timer
5:00

Slide 29 - Diapositive