Les 39-2

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b, k, t
• Leerjaar 4

Lastige werkwoorden

DOEL

HET VERSCHIL IN BETEKENIS TUSSEN 'KENNEN' EN 'KUNNEN' EN 'LIGGEN' EN 'LEGGEN'.

Wat is wat?

Kennen

Kunnen

Liggen 

Leggen

Kennen / kunnen en liggen / leggen

Deze werkwoorden worden vaak verkeerd gebruikt. Zo gebruik je deze woorden goed:

• kennen: iets weten of geleerd hebben
  
• kunnen: in staat zijn om iets te doen
• liggen: zich bevinden, rusten
• leggen: iets doen 

De volgende zinnen bevatten de werkwoorden 'kennen', 'kunnen', 'liggen' en 'leggen'. Zijn de werkwoorden goed gebruikt? 

Verbeter waar nodig.

Toen Phil naar Venlo verhuisde, ... hij de stad nog niet goed.

1. kende
2. kon

... jij morgen om 7 uur afspreken?

1. Kun
2. Ken

Ik ... Ricardo heel goed. We zijn al jaren bevriend.

1. ken
2. kan

Puk ... de stof voor geschiedenis nog steeds niet.

1. kan
2. kent

Krokodillen ... urenlang in het water wachten op een prooi.

1. kunnen
2. kennen

Ik ... mijn spullen altijd op mijn kamer, want anders zit mijn broertje eraan.

1. lig
2. leg

Mijn ouders ... vorige week een houten vloer in de woonkamer van ons nieuwe huis.

1. lagen
2. legden

De NSP en de BBB ... op kop in de peilingen voor de verkiezingen.

1. liggen
2. leggen

... jij aan Nico vragen of we zijn gettoblaster mogen lenen?

1. Kun
2. Ken

Die appels ... al vijf weken in de fruitschaal.

1. leggen
2. liggen

Ik heb het al zó vaak geprobeerd, maar het lukt niet. Ik ... gewoon niet fietsen!

1. ken
2. kan