Woordenschat H3 opdracht opdracht 1 en 2 (blz. 88 en 89).

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

H3 Woordenschat

Opdracht 1 en 2 blz. 88 en 89

Opdracht 1 (blz. 88)

a met behulp van: met

b met betrekking tot: over

c onder invloed van: met

d Op grond van: vanwege

Opdracht 1 (blz. 88)

e ten aanzien van: voor; over

f Ten gevolge van: door

g ter gelegenheid van: wegens; vanwege

h uit hoofde van: wegens; door

Opdracht 2 (blz. 89)

1. Wat is de betekenis van 'karweitje'?

2. Wat is de betekenis van 'slagzin'?

1. werkgebied
2. naam
3. slogan; leus
4. ingezet

3. Wat is de betekenis van 'clubkas'?

4. Wat is de betekenis van 'gespekt'?

1. voorzien van geld
2. werd populair; werd een succes
3. ingezet
4. aangeboden; uitgereikt

5. Wat is de betekenis van 'etymologie'?

1. wensen
2. oorsprong en geschiedenis van woorden
3. geleid
4. aangeboden; uitgereikt

6. Wat is de betekenis van 'stamt uit'?

7. Wat is de betekenis van 'namen het initiatief'?

1. aangeboden, uitgereikt
2. werd populair, werd een succes
3. ingezet
4. zetten de eerste stap

8. Wat is de betekenis van 'ontleend aan'?

9. Wat is de betekenis van 'sloeg aan'?

1. werd populair; werd een succes
2. voorzien van geld
3. ingezet
4. aangeboden; uitgereikt

10. Wat is de betekenis van 'wederopbouw'?

11. Wat is de betekenis van 'reputatie'?

1. geleid
2. naam
3. werd populair; werd een succes
4. voorzien van geld

12. Wat is de betekenis van 'behoeften'?

1. wensen
2. werkgebied
3. slogan; leus
4. aangeboden; uitgereikt

13. Wat is de betekenis van 'kwam ten goede aan'?

14. Wat is de betekenis van 'ingeschakeld'?

1. zetten de eerste stap
2. geleid
3. ingezet
4. aangeboden; uitgereikt

15. Wat is de betekenis van 'district'?

1. wensen
2. werkgebied
3. slogan; leus
4. oorsprong en geschiedenis van woorden

16. Wat is de betekenis van 'uitgeloofd'?

1. geleid
2. zetten de eerste stap
3. ingezet
4. aangeboden; uitgereikt

17. Wat is de betekenis van 'gestaakt'?

18. Wat is de betekenis van 'toentertijd'?

19. Wat is de betekenis van 'aangestuurd'?

1. geleid
2. zetten de eerste stap
3. ingezet
4. aangeboden; uitgereikt

20. Wat is de betekenis van 'geeft invulling aan'?

Opdracht 2.4
5 werkwoorden met
een vast voorzetsel uit deze tekst

Opdracht 2.5

1. namen het initiatief; in ruil voor; enthousiast over
2. in ruil voor; naar aanleiding van; op het gebied van
3. ontleend aan; in ruil voor; sloeg aan