Vrije tijd - kompasklas

Welke dag is het vandaag?
Datum?
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Buitengewoon secundair onderwijs

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

Éléments de cette leçon

Welke dag is het vandaag?
Datum?

Slide 1 - Diapositive

Donderdag 12 december

Slide 2 - Diapositive

Hoe voel je je?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Sondage

Welk vak is het nu?

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Neem een papier, een pen en een iPad
timer
4:00

Slide 6 - Diapositive

Dit ga je doen.
  1. vertellen over de dag.
  2. goede zinnen maken.
  3. nieuwe woorden oefenen.
  4. goede zinnen schrijven.

Slide 7 - Diapositive

Dagen van de week?

Slide 8 - Carte mentale

vrijdag, ......., zondag
A
vrijdag
B
zaterdag
C
maandag
D
dinsdag

Slide 9 - Quiz

woensdag, ......., vrijdag
A
maandag
B
dinsdag
C
donderdag
D
zondag

Slide 10 - Quiz

dinsdag, ......, donderdag.

Slide 11 - Question ouverte

zaterdag, ......, maandag .

Slide 12 - Question ouverte

vrijdag, ......, maandag.

Slide 13 - Question ouverte

vrijdag en zaterdag is het weekend.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quiz

Wat is dit? 

Slide 15 - Diapositive

boksen
zingen
dansen
lezen
bidden
voetballen
zwemmen

Slide 16 - Question de remorquage

shoppen
koken
slapen
cricket spelen
naar school gaan
tennissen
eten

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Vidéo

Welke woorden
hoor je?

Slide 20 - Question ouverte

Wie gaat dit weekend winkelen?

Slide 21 - Question ouverte

Wat gaat Nina dit weekend doen?

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Vidéo

winkelen
A
B
C

Slide 24 - Quiz

huiswerk maken
A
B
C

Slide 25 - Quiz

Wat ga jij dit weekend doen?
A
B
C

Slide 26 - Quiz

Nu jij!

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 29 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 30 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 31 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 32 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Ik ga boodschappen doen met...

Slide 35 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 36 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 37 - Diapositive

Ik ga ...

Slide 38 - Diapositive

TAAK: wat doe jij op ... ?
1. SCHRIJF 10 tot 15 goede zinnen.

2. SCHRIJF ook:
--> wanneer doe je dit? (vandaag, morgen, zaterdag ...)
--> hoe laat doe je dit? (om 10 uur, om half negen ...)
--> waar doe je dit? (in Leuven, in de fitness, in de winkel ...)
--> met wie doe je dit? (met mijn vrienden, met mijn broer ...)

Slide 39 - Diapositive