Grammatik_Hulpwerkwoorden_M_Tijdsbepalingen_HV

• Duits
• Middelbare school
• mavo, havo, vwo
• Leerjaar 2

Grammatik 

Was wir heute machen werden...

- Rückblick zu letzter Stunde

- Lernziele 

- Erklärung Grammatik

- Aufgaben machen & nachschauen

- Evaluation

- Ausblick zu nächster Stunde

Lernziele 

MAVO

- Je kunt de vormen van müssen, wissen en wollen toepassen.

HAVO/VWO

- Je kunt de tijd aangeven en im, am, um en von ... bis gebruiken. 

Erklärung MAVO

Modale Verben: müssen, wissen und wollen

In Kapitel 3 en 4 heb je al een aantal modale werkwoorden geleerd. Welke?

Modale Verben

Müssen, wissen & wollen

DU	NL	müssen	wissen	wollen
ich	ik	m u ss	w ei ß	w i ll
du	jij	m u sst	w ei ßt	w i llst
er/sie/es	hij/zij/het	m u ss	w ei ß	w i ll
wir	wij	müssen	wissen	wollen
ihr	jullie	müsst	wisst	wollt
Sie/sie	u/zij	müssen	wissen	wollen

Regeln bei modalen Verben

- Bij de ich- en er/sie/es-vorm is er geen uitgang. 

- In het enkelvoud verandert de stamklinker. 
   müssen - muss / wollen - will / wissen - weiß

- In het enkelvoud verandert bij wissen -ss in -ß.

ü --> u

o --> i

i --> ei

Erklärung HAVO/VWO

Tijdsbepalingen met im, am, um en von ... bis. 

Kloktijden

Tijdsbepalingen met im, am, um en von ... bis

Tijdsbepalingen geven aan wanneer iets gebeurt. In het Duits gebruik je in tijdsbepalingen vaak de voorzetsels im, am, um en von ... bis.

im bij seizoenen en maanden

am bij dagen van de week, dagdelen en datums

um bij tijdstippen

von ... bis bij tijdsduren

Tijdsbepalingen met im, am, um en von ... bis

Beispiele

Im Herbst haben wir Ferien. (seizoen)

Im Mai habe ich Geburtstag. (maand)

Am Montag habe ich Englisch. (dag)

Am Morgen gehe ich zur Schule. (dagdeel)

Am 25. Dezember ist Weihnachten. (datum)

Um acht Uhr beginnt die Schule. (tijdstip)

Von fünf bis sieben habe ich Training. (tijdsduur)

Kloktijden

In het Duits kun je de kloktijden op twee manieren aangeven, net als in het Nederlands. Je kunt zeggen: 

14:30 Uhr --> vierzehn Uhr dreißig

14:30 Uhr --> halb drei

Kloktijden

Aufgaben machen & nachschauen

Was? Maak de opdrachten die horen bij het boek waarin je werkt. Zie het whiteboard. 

Wie? Individuell 

Hilfsmittel? Gebruik de uitleg van de grammatica in je werkboek. 

Zeit? Zie klok hiernaast.

Ergebnis? Lernziele

Fertig? Nakijken en extra luisteroefeningen maken. 

Geef twee voorbeelden van kloktijden. Schrijf op in hele zinnen.

Welke voorzetsels worden in het Duits gebruikt bij tijdsbepalingen?

Wat is er anders bij de vervoeging aan de werkwoorden müssen, wissen en wollen? Antwoord in een hele zin.

Er vindt een klinkerverandering plaats bij ich en er/sie/es. Geef ze alle drie.

Ausblick zu nächster Stunde 

Seh- und Hörfertigkeit

Neuneinhalb + LOGO