Les 2 - leesvaardigheid periode 4

Welkom H4A
Leesvaardigheid - periode 4
  • onderwerp en hoofdgedachte
  • inleiding en middenstuk
  • middenstuk
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom H4A
Leesvaardigheid - periode 4
  • onderwerp en hoofdgedachte
  • inleiding en middenstuk
  • middenstuk

Slide 1 - Diapositive

Hoofdgedachte

Slide 2 - Carte mentale

Onderwerp en hoofdgedachte

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten

Slide 4 - Diapositive

Let op:
Je krijgt zo 2x een filmfragment te zien. Na afloop krijg je vragen daarover. Let goed op en maak aantekeningen!

Slide 5 - Diapositive

3

Slide 6 - Vidéo

00:25
Wat is het onderwerp
van dit filmpje?

Slide 7 - Carte mentale

01:56
Wat zijn de deelonderwerpen
in dit filmpje?

Slide 8 - Carte mentale

02:01
Wat is de hoofdgedachte van dit filmpje?

Slide 9 - Question ouverte

Hoofdgedachte
  • Het belangrijkste wat de schrijver vertelt over een onderwerp noem je de hoofdgedachte. Dit is één zin (en nóóit een vraag)
  • Onderwerp en hoofdgedachte vind je vaak op voorkeurs-plaatsen, zoals in de titel, inleiding en slot. Deelonderwerpen vind je in de alinea's (soms aangegeven met tussenkopjes)

Slide 10 - Diapositive

Opdracht
Maak nu opdrachten 2, 3 en 5 op blz. 11 en 12.

Slide 11 - Diapositive

Lesdoelen
  1. Ik weet wat onderwerp en hoofdgedachte zijn en wat voorkeursplaatsen hiervoor zijn
  2. Ik kan een onderwerp en hoofdgedachte in een tekst of uiting herkennen
  3. Ik kan in mijn eigen woorden omschrijven wat de hoofdgedachte van een tekst of uiting is en bijzonderheden over het onderwerp en de hoofdgedachte herkennen
  4. Ik kan zelf een hoofdgedachte en deelonderwerpen bedenken of de hoofdgedachte van een bestaand(e) tekst(gedeelte) of uiting in een of enkele zinnen samenvatten

Slide 12 - Diapositive

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Sondage