Shock

Waar denk je aan bij het woord "shock"?
1 / 13
suivant
Slide 1: Question ouverte
Zorg en WelzijnMiddelbare schoolvmboLeerjaar 4

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Waar denk je aan bij het woord "shock"?

Slide 1 - Question ouverte

Lichamelijke shock:
Een situatie waarin je bloeddruk te laag is om je lichaam van bloed en zuurstof te voorzien.

Reactie van het lichaam op een levensbedreigende situatie, die het lichaam probeert op te lossen

Slide 2 - Diapositive

Wat is een shock?
A
Er gaat elektrische stroom door het lichaam van het slachtoffer
B
Er is sprake van een te lage bloeddruk waardoor er onvoldoende bloed en zuurstof is.
C
Het slachtoffer is erg geschrokken
D
Het slachtoffer is hyperactief

Slide 3 - Quiz

Oorzaken shock
Hartinfarct
Allergische reactie
Hersenletsel
Infecties
Vergiftiging
Ernstige bloeding

Slide 4 - Diapositive

Frietje pinda saus
Allergische reactie
 Opeens komen twee jongens op je afrennen. Een van de jongens zegt: ‘Onze vriend heeft een uur geleden een frietje saté op. En nu gaat het helemaal niet goed met hem!’ Je roept om hulp en samen gaan jullie naar de jongen toe.
De jongen heeft een allergische reactie gekregen. Hij was allergisch voor de satésaus. Als gevolg daarvan heeft hij nu een shock.

Slide 5 - Diapositive

 shock:
 Ernstig allergische reactie op bijv. wespensteek. 

Epipen kan soms helpend zijn.

Slide 6 - Diapositive

Allergische reactie

Slide 7 - Diapositive

Shockcirkel
Doorbloeding slechter > 1e bleke huid en zweten.
Daarna spieren enz.

Alles om hart, longen en hersenen zo lang mogelijk van bloed te voorzien.

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Shock herkennen
  • Bleke, koude, klamme huid
  • Misselijk / ziek
  • Dorst
  • Krachteloos
  • Snelle hartslag / vaak geeuwen
  • Onrustig / angstig
  • Raakt bewusteloos of heeft verminderd bewustzijn.

Slide 10 - Diapositive

Wat is geen kenmerk van een Shock
A
slachtoffer is angstig
B
slachtoffer heeft dorst
C
slachtoffer is erg geschrokken
D
slachtoffer heeft geen kracht

Slide 11 - Quiz

Hoe te handelen bij shock? 
  • Is er een bloeding? Oefen dan druk uit op de wond.
  • Bel 112 en geef aan dat het slachtoffer een shock heeft.
  • Laat het slachtoffer gaan liggen. Het slachtoffer mag ook op de zij liggen of met opgetrokken knieën.
  • Zorg ervoor dat het slachtoffer zich zo weinig mogelijk inspant.
  • Voorkom dat het slachtoffer onderkoeld raakt (gebruik bijvoorbeeld een reddingsdeken).
  • Laat het slachtoffer niet drinken, eten of roken.
  • Controleer regelmatig het bewustzijn en de ademhaling.


Slide 12 - Diapositive

Bel je 112 als het slachtoffer in shock raakt?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quiz