Examentraining 3 - Rekenen aan reacties

• Scheikunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Examentraining 3 

Rekenen aan (verbrandings)-reacties

Leerdoelen

Je kunt een reactievergelijking kloppend maken. 

Leerdoelen

•  Je kunt reactievergelijkingen opstellen bij situaties. 
• Je kunt rekenen met massaverhoudingen.
• Je kunt rekenen met dichtheid.
• Je kunt de regels over significantie toepassen.
• Je kent de theorie over verbrandingsreacties.
• Je kent een aantal reagentia.
  

VERBRANDINGEN

Verbranding 

Bij een verbranding zijn zuurstof, brandstof en ontbrandingstemperatuur nodig. 

Er ontstaan verbrandingsproducten.
Dit zijn oxiden van de stof die je verbrandt. 

Als je koper verbrandt krijg je koperoxide. 
Als je calcium verbrandt krijg je calciumoxide.

Als je koolwaterstoffen verbrandt krijg je de oxide van C en de oxide van H. CO2 en H2O!

Verbrandingsproducten

Element	Symbool	Naam van oxide	Formule
Koolstof	C	Koolstofdioxide
Waterstof	H	Water
Zwavel	S	Zwaveldioxide

CO​2​​

H​2​​O

SO​2​​

Verbrandingsverschijnselen 

- Vlammen (een gas dat zo heet is geworden dat het gaat gloeien.)

- Rook (zeer fijn verdeelde vaste deeltjes in een gas)

- Vonken (kleine vaste deeltjes die zo heet zijn dat ze gloeien.)

 - Asresten (vaste stoffen)

Onvolledige verbranding

•  Te weinig zuurstof 
• Gele vlam 
• Bij onvolledige verbranding van koolwaterstoffen kunnen deze stoffen ontstaan:
• Roet (pas op! kan opnieuw in de brand vliegen.)
• CO (dodelijk gas!)
• CO2 & H2O

Volledige verbranding 

• Voldoende zuurstof
• Blauwe vlam 
  
  
• Bij de volledige verbranding van koolwater-stoffen ontstaan koolstofdioxide en water.

Verbranding in je lichaam!

Let op! Bij scheikunde zetten we 'energie' of warmte nooit in een reactievergelijking! 

Herman trapt zijn sigaar uit op de grond. Welke verbrandingsvoorwaarde neemt hij weg?

1. Ontbrandingstemperatuur
2. Brandstof
3. Zuurstof

De brandweer spuit de huizen naast een brandende winkel nat om te voorkomen dat zij ook vlam vatten. Welke verbrandingsvoorwaarde wordt hierbij weggenomen?

1. Ontbrandingstemperatuur
2. Brandstof
3. Zuurstof

In het bos zijn speciale brandgangen gemaakt zodat als er een bosbrand uitbreekt het vuur niet kan overslaan op de volgende rij bomen. Welke verbrandingsvoorwaarde wordt hierbij weggenomen?

1. Ontbrandingstemperatuur
2. Brandstof
3. Zuurstof

Bas gebruikt een brander. Hij ziet een gele vlam. Is er sprake van een volledige of onvolledige verbranding?

1. Volledig
2. Onvolledig

Welke stof ontstaat er als je magnesium verbrandt? Geef de naam.

01:22

Welke stof werd hier met behulp van helder kalkwater aangetoond?

1. Koolstofdioxide
2. Water
3. Koolstofmono-oxide
4. Methaan

02:30

Welke stof wordt hier aangetoond met behulp van de reagens wit kopersulfaat?

1. Blauw kopersulfaat
2. Lucht
3. Water
4. Koolstofdioxide

04:26

Welke twee stoffen ademen we uit?

1. H2O en CO2
2. H2O en CO
3. H en CO2
4. H en SO2

Wat is een reagens?

Wit kopersulfaat wordt blauw in contact met water. Wit kopersulfaat is een reagens voor water.

Helder kalkwater wordt troebel in contact met koolstofdioxide. Helder kalkwater is een reagens voor koolstofdioxide. 

Naam reagens	Wat zie je ?	Welke stof toon je aan?
Wit kopersulfaat	Wit kopersulfaat wordt blauw.	Water
Gloeiend stukje hout	Hout gaat feller gloeien.	Zuurstof
Helder kalkwater	Kalkwater wordt troebel.	Koolstofdioxide
Vlammetje	Je hoort 'plop'	Waterstof

Overzicht reagentia 

Neem dit overzicht over in je schrift. 

SIGNIFICANTIE

Optellen / Aftrekken

Als je getallen bij elkaar optelt of aftrekt wordt het antwoord in niet meer decimalen geschreven dan het kleinste gegeven getal.

2,3 + 1,35 =

 1+2,43 = 

Vermenigvuldigen / Delen 

Tel het aantal significante cijfers en geef antwoord in het kleinste aantal. Wat is een significant cijfer? Alle cijfers behalve voorloopnullen. 0,004500 =             4, 567 =
2,00 x 3,2 =

12 x 3, 123 =

Hoeveel significante cijfers heeft het getal: 5,67

1. 3
2. 2
3. 1
4. 0

Hoeveel significante cijfers heeft het getal: 0,021

1. 3
2. 2
3. 1
4. 0

Hoeveel significante cijfers heeft het getal: 0,0210

1. 3
2. 2
3. 1
4. 0

Hoeveel significante cijfers heeft het getal: 1,0982

1. 3
2. 5
3. 1
4. 4

Hoeveel significante cijfers heeft het getal: 0,0006

1. 3
2. 5
3. 1
4. 4

Reken uit: 1,35 + 4,1 =

Reken uit: 1,35 + 4 =

REACTIEVERGELIJKINGEN

In een reactieschema gebruik je alleen woorden. 
Water --> waterstof + zuurstof 

In een reactievergelijking gebruik je molecuulformules en maak je kloppend.
2 H2O --> 2 H2 + O2

Pieter verbrandt een stukje magnesium. Er is voldoende zuurstof aanwezig. Schrijf de reactievergelijking op.

Mike zit op de camping en is aan het koken op butaangas. Er is voldoende zuurstof aanwezig. Schrijf de reactievergelijking op.

Menno ontleedt zilverchloride met behulp van licht. Schrijf de reactievergelijking op.

Door elektrolyse wordt er uit aluminiumoxide aluminium gewonnen. Bereken hoeveel kg aluminium uit 40,00 kg aluminiumoxide kan worden gewonnen.

Achmed verbrandt 20 gram koper. Er is voldoende zuurstof aanwezig. Hoeveel gram koperoxide kan er dan ontstaan?

Bij de volledige verbranding van methaan is 20,0 kg koolstofdioxide ontstaan. Hoeveel methaan is er verbrandt?

Van een stukje goud is de dichtheid 19,3 g/cm3 De massa van het stukje goud is 55 gram. Wat is het volume van dit stukje goud?

Van een stukje goud is de dichtheid 19,3 g/cm3 De volume het stukje goud is 120 cm3. Wat is de massa van dit stukje goud?

De massa van een bepaalde stof is 2225 gram en het volume 250 cm3 Wat is de dichtheid van deze stof?

Wat vond je goed aan deze examentraining?

Heb je nog verbeterpunten voor deze examentraining?

Heb je nog iets gemist tijdens de examentrainingen scheikunde?