Lezen H1 t/m H4 mavo 3 2020-2021

Lezen H1 t/m H4
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Lezen H1 t/m H4

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Lien





Wat is een tekstverband?
A
Het belangrijkste wat in de tekst over het onderwerp wordt gezegd.
B
Het belangrijkste in een alinea.
C
De samenhang tussen woorden, zinnen of alinea's.
D
Relaties tussen verschillende delen van de tekst.

Slide 3 - Quiz

Wat is geen tekstverband?
A
tegenstelling
B
opsomming
C
voorbeeld
D
doel

Slide 4 - Quiz

Tekstverbanden, het woord 'maar' hoort bij een .......tekstverband
A
opsommend
B
voorbeeldgevend
C
tegenstellend
D
redengevend

Slide 5 - Quiz

Wat geeft deze inleiding?
A
de achtergrond van het onderwerp
B
een korte samenvatting vooraf
C
een persoonlijke mening van de schrijver
D
een uitleg over de opbouw van de tekst

Slide 6 - Quiz

Welke signaalwoorden voor een opsomming staan er in de inleiding?

Slide 7 - Question ouverte

Welke signaalwoorden voor een tegenstelling staan er in alinea 6?

Slide 8 - Question ouverte

Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?
A
alinea 6 en 7 vormen samen een opsomming
B
alinea 6 en 7 vormen samen een tegenstelling
C
alinea 7 is een antwoord op een vraag in alinea 6
D
alinea 7 is een voorbeeld bij een begrip in alinea 6

Slide 9 - Quiz

Wat is het onderwerp van de tekst?

Slide 10 - Question ouverte

Wat is het verband tussen alinea 6 en 7?

Slide 11 - Question ouverte

Aan welk signaalwoord herken je dit verband?

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Lien

Wat is GEEN tekstverband?
A
opsomming
B
voorwaarde
C
synoniem
D
tegenstelling

Slide 14 - Quiz

Welk signaalwoord past er bij het volgende tekstverband?
Tekstverband: VOORWAARDE
A
mits
B
waardoor
C
omdat
D
alles bij elkaar

Slide 15 - Quiz

Signaalwoord: toen

Tekstverband
A
opsommend
B
tijdsvolgorde
C
tegenstelling

Slide 16 - Quiz

Wat is het verband tussen alinea 1 en 2?
A
Alinea 1 en 2 vormen samen een opsomming
B
Alinea 1 en 2 vormen samen een tegenstelling
C
Alinea 2 geeft een gevolg bij alinea 1
D
Alinea 2 is een toelichting bij alinea 1

Slide 17 - Quiz

Welk verband herken je in de laatste zin van alinea 2?

Slide 18 - Question ouverte

Aan welke signaalwoorden herken je dit verband?

Slide 19 - Question ouverte

De Zapp-kinderen hebben bijzondere namen. Leg uit hoe de ouders op deze namen zijn gekomen.

Slide 20 - Question ouverte

Wat heb je tijdens deze les geleerd?

Slide 21 - Carte mentale