Past simple revision and irregular forms

Past simple revision and irregular forms
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Past simple revision and irregular forms

Slide 1 - Diapositive

Learning goals 

I can use the past simple in affirmative sentences
I know the difference between regular and irregular verbs 
I can create a quiz about animals 

Slide 2 - Diapositive

Let's check homework! 
Exercise 59 and 60 on page 102 and 103 

Slide 3 - Diapositive

Even opfrissen:
Hoe maak je een REGELMATIGE past simple?

Slide 4 - Question ouverte


Wat zijn de signaalwoorden van de past simple?

Slide 5 - Question ouverte


Wat is de verleden tijd van worry?

Slide 6 - Question ouverte


Wat is de verleden tijd van dance?

Slide 7 - Question ouverte


Wat is de verleden tijd van stop?

Slide 8 - Question ouverte

Wat betekent het als je een past simple gebruikt?
A
Dat iets afgelopen is
B
Dat iets nog bezig is
C
Dat je niet weet wanneer iets is gebeurd
D
Dat iets altijd zo is.

Slide 9 - Quiz

STAY IN LESSON UP! 

Slide 10 - Diapositive

IRREGULAR VERBS 
Je kent nu de regelmatige vorm van de past simple. 
Er zijn ook onregelmatige werkwoorden: irregular verbs. Die houden zich aan geen enkele regel en je moet ze uit je hoofd leren. 
Kijk met me mee op bladzijde 203. 

Slide 11 - Diapositive

De vier rijtjes 
Engelse naam
Whole verb / infinitive 
Past simple
Past participle
Translation 
Nederlandse naam
Hele werkwoord
Verleden tijd
Voltooid deelwoord
Vertaling
Gebruikt voor
present simple, ontkennen en vragen in present simple, na hulpwerkwoorden
Bevestigende past simple 
present perfect, past perfect, passieve vormen 
Om te weten waar je over praat! 
Voorbeeld 
I drink coffee
I drank coffee
I have drunk coffee
Drinken 

Slide 12 - Diapositive

Manieren om onregelmatige werkwoorden te leren 
1. Drillen: hardop opdreunen. 
2. Overschrijven
3. Steeds herhalen
4. Kijken of je bepaalde categorieën kan vinden. 

Met 1 en 4 gaan we vandaag beginnen! 

Slide 13 - Diapositive

Drillen
We doen de eerste twintig
Ik lees voor, jullie zeggen na
We doen alle vier de vormen, ook al heb je ze nog niet allemaal nodig. 
De eerste twintig leer je voor de volgende keer. 

Slide 14 - Diapositive

Categoriseren
Neem deze kolommen over in je schrift: 




Pak nu de lijst erbij en schrijf zoveel mogelijk werkwoorden in de goede kolom. De laatste kolom mag je leeg laten. Lang niet alles past erin, maar er zijn patronen! 
i - a - u
3 x hetzelfde
o - e- o 
ee - e - e
Overig 

Slide 15 - Diapositive

To work! 
Do exercise 56 and 57 on page 91 - 93
You have 15 minutes. 

Finish early? Start practising the first 20 irregular verbs! 

Slide 16 - Diapositive

Task
I will make groups of four, using the spinner. Some groups will be smaller. 
Read the task on page 100 so you know what to do. 

Timeframe: 
- You have until the end of the lesson to work on this
- You have time in the next lesson: about 40 minutes. 
- We will do the quizzes in the first lesson after the 
holiday, following the SO. 
- Make sure your quiz is finished by then! 
- Your quiz should have at least two questions about each 
animal. That means 16 questions in total. More is okay. 

Slide 17 - Diapositive

Homework for Friday 
Study the first 20 irregular verbs on page 203.
be - draw 

Slide 18 - Diapositive