laatste les literatuur: herhaling werken v5

laatste les literatuur: herhaling werken v5
1 / 39
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 39 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

laatste les literatuur: herhaling werken v5

Slide 1 - Diapositive

Beets: Een oude kennis
Het verhaal is grappig bedoeld.
Vraag 1: Geef drie voorbeelden van grappig bedoelde passages.

Slide 2 - Question ouverte

Opdracht 2
Het verhaal is afkomstig uit het boek ‘Camera obscura’.
Zoek uit wat een camera obscura is.

Slide 3 - Question ouverte

Camera obscura 
Letterlijk: donkere kamer
. De camera obscura is een kastje met een lens. Door de lens valt een beeld van de werkelijkheid op een matglazen plaat, zodat het gemakkelijk kan worden nagetekend. Zo ook, zegt Hildebrand, vallen "de schaduwen en schimmen van nadenken, herinnering en verbeelding in de ziel en sommige zo treffend en aardig dat men lust gevoelt ze na te tekenen en met wat ze bij te werken, op te kleuren en te groeperen, er kleine schilderijtjes van maken: 

Slide 4 - Diapositive

In Camera Obscura kopieert de schrijver het dagelijkse leven. Nicolaas Beets maakt in het werk op een humoristische wijze het lelijke en burgerlijke draaglijk, door er de grappige kant van te laten zien. 

Slide 5 - Diapositive

Leg uit het verhaal passend is voor de betekenis van Camera Obscura

Slide 6 - Diapositive

 Beets schreef alsof hij tekende in een camera obscura. Dat was een apparaat uit de tweede helft van de achttiende eeuw, een donkere box waarin op één wand een beeld verkleind werd geprojecteerd, via een lens in de tegenoverliggende wand. De tekenaar hoefde alleen maar over te tekenen, Hildebrand hoefde alleen maar te beschrijven, zo lijkt hij te willen zeggen. Maar dat klopt niet helemaal, Hildebrand beschreef niet gewoon wat hij zag. De titel was niet Daguerrotypen, zoals de eerste foto’s genoemd werden. Dat zou een échte weergave van de werkelijkheid zijn, zonder dat een tekenaar of een schrijver er tussen zou komen. Hildebrand gaf dus toe dat hij het beeld wat heeft aangepast.

Slide 7 - Diapositive

dat hij het beeld wat heeft aangepast. Die aanpassingen gebruikte Hildebrand vooral om het beeld dat hij schetste komischer te maken. Van de personages maakte hij typetjes, met wat overdreven en voorspelbare eigenschappen. Hij verbond de uitvoerige beschrijvingen van het uiterlijk van die types aan hun innerlijk leven – al hangt het ene niet meteen van het andere af. En ook zijn taal gebruikte hij humoristisch: hij maakt woordspelingen of laat nu en dan iemand een dialect spreken. Hij gaf dus niet zomaar weer wat hij zag, hij maakte er verhalen van die, meer dan de dagelijkse werkelijkheid, de moeite waard zijn om te lezen. 

Slide 8 - Diapositive

Het proces is als volgt: je maakt een gepolijste, verzilverde koperen plaat lichtgevoelig met jodiumdampen. Vervolgens plaats je de plaat in een camera obscura. Dat is een lichtdichte doos met een klein gaatje dat je tijdens het maken van de foto opent. Het belichten resulteert in een onzichtbaar beeld op de plaat. Dit latente beeld maak je met kwikdamp zichtbaar. Dat gaat wel ten koste van je gezondheid. Tenslotte fixeer je het beeld in een zoutoplossing, wat je dan afspoelt met water. Doordat er geen negatief wordt gebruikt, kun je maar één afdruk maken. Een daguerreotype is daardoor altijd uniek.

Slide 9 - Diapositive

4. Beredeneer tot welke stroming(en) deze tekst behoort. Onderbouw je verhaal met voorbeelden uit de tekst.

Slide 10 - Question ouverte

Opdracht 4 :Beredeneer tot welke stroming(en) deze tekst behoort. Onderbouw je verhaal met voorbeelden uit de tekst. 

De Camera munt uit door fijne waarneming en uitbeelding van de werkelijkheid. Deze uitbeelding van de werkelijkheid noemen we realisme. De 19e eeuwse criticus Politicus karakteriseert Hildebrands werk als 'kopieerkunst des dagelijkschen levens' . Hildebrand beschrijft de werkelijkheid echter wel met gevoel voor humor (fijne spot). 

Slide 11 - Diapositive

Ten slotte: 
  1. Hildebrand geeft een stereotiep beeld van bepaalde bevolkingsgroepen. Kun je deze (of andere) groepen tegenwoordig nog steeds zo duidelijk van elkaar onderscheiden? Tot welke groep(en) behoor je zelf?
  2. Heb jij als jongere een stereotiep beeld van de oudere generaties?
  3. Wat levert het op om te spotten met anderen?

Slide 12 - Diapositive

Hoe werd het werk ontvangen?
Men bewonderde de juistheid van de typering, de losheid van stijl en de geestige woordkeuze. 
Beperkingen: gewone mensen typeert hij haarscherp, andere figuren, zoals een baron worden weer karikaturaal vertekend. Soms overschrijdt hij de grens met het overdreven gevoelige. 

Slide 13 - Diapositive

Max Havelaar

Slide 14 - Diapositive

Waarom zou de toespraak van Multatuli zo bekend zijn geworden? Wat is er goed aan deze toespraak?

Slide 15 - Question ouverte

Zijn retorische technieken vormen een staalkaart van stijlfiguren, waarmee hij, wederom volgens Stern, aan ‘bekende zaken een nieuwe kleur geeft’, zoals beeldspraak, personificatie, tegenstelling, parallellie, en (retorische) vragen. Twee voorbeelden:


- Ik ben hier gezonden om uw vriend te zijn, uw oudere broeder. Zoudt u uw jongere broer niet waarschuwen, als u een tijger zag op zijn weg?
- Ik vraag u, hoofden van Banten Kidul, waarom zijn er zo velen die weggingen, om niet te worden begraven waar ze zijn geboren? Waarom vraagt de boom waar de man is die hij als kind zag spelen aan zijn voet?

Slide 16 - Diapositive

Structuur van het werk

Slide 17 - Diapositive

Saïdjah en Adinda
Na het afscheid van Saïdjah van Adinda...
De afloop...

Slide 18 - Diapositive

Welke motieven komen er in het verhaal van Saïdjah voor? En welk motief is overkoepelend voor het verhaal?

Slide 19 - Question ouverte

Wat zijn de belangrijkste redenen voor het schrijven van de Max Havelaar?
A
eerherstel en een schadevergoeding vanwege het ontslag
B
verbetering van de positie van de Javaan en een pensioen
C
oproep tot oproer in Nederlands Indië
D
eerherstel en aanklacht te behandeling van de lokale bevolking

Slide 20 - Quiz

Waarom kun je Max Havelaar een romantisch werk noemen? En zitten er ook elementen uit het rationalisme en realisme in?

Slide 21 - Question ouverte

Romantiek
Sterk idealistische boodschap: de problemen die in Nederlands-Indië aan de gang waren aan de kaak te stellen. 
Het sterke individualisme, idealisme en zelfidealisering, zijn verzet tegen burgerlijkheid, zijn grote felheid en het grote belang dat hij hecht aan het bijzondere karakter van zijn schrijverschap. Strikt literair is Max Havelaar vooral door zijn vrije compositie een romantisch boek.

Slide 22 - Diapositive

Kenmerken van een naturalistische roman

1. Middelpunt van de roman is een ‘nerveus’ karakter, mannelijk of vrouwelijk.
2. Het plot kan dan ook in grote lijnen worden aangeduid als de geschiedenis van een ontnuchtering (terugbrengen uit waan door de waarheid te ontdekken). In het algemeen staan de ontnuchterde hoofdfiguren twee wegen open als zij de slag tussen ideaal en realiteit verloren hebben: een passief einde, nl. de berusting in ongeluk of de actieve beslissing uit dit onvolmaakte leven te stappen.
3. Het noodlot van de personage is afhankelijk van bepaalde factoren, zoals erfelijkheid of het milieu waar hij/zij vandaan komt,  (determinisme)
4. Een sterk maatschappij-kritische instelling. De hoofdpersonage is sceptisch tegenover de samenleving. Soms kan er zelfs sprake zijn van haat tegen de medemens en maatschappij, omdat deze de wantoestanden in de maatschappij verloochenen.



Slide 23 - Diapositive

kenmerken naturalisme
Het determinisme gaat er vanuit dat handelingen van de mens afhankelijk is van de omstandigheden en men dus niet over een vrije wil kan beschikken.

4. Een sterk maatschappij-kritische instelling. De hoofdpersonage is sceptisch tegenover de samenleving. Soms kan er zelfs sprake zijn van haat tegen de medemens en maatschappij, verloochenen.
5. De belangstelling voor seksualiteit. Vaak voorkomende onderwerpen zijn: sexualiteit, masturbatie, homofilie, bordelen.


Slide 24 - Diapositive

6. Over het taalgebruik van de naturalisten zijn twee dingen op te merken: aan de ene kant streven zij naar een zo natuurgetrouw mogelijke dialoog, aan de andere kant leven zij zich bij het beschrijven uit in de, nu beruchte, écriture artiste (woordkunst).

7. De auctoriale verteller verdwijnt; d.w.z. dat er niet meer een instantie is die de personages voorstelt aan de lezer en ze aanprijst of afkeurt. Maar dit betekent niet dat in de meeste van deze romans elk vertellersoordeel over de personages ontbreekt. Er is een duidelijke toename van passages die gezien worden door de ogen van een romanpersonage, de zgn. personale verteller. vertelwijze.

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Diapositive

Wat wil Bint bereiken met tucht in de school?

Slide 27 - Question ouverte

Bint

Slide 28 - Diapositive

Tucht
Tucht is voor Bint dus niet een doel op zichzelf. Enerzijds leert het kind gehoorzaamheid – erkenning van en vrees voor de bestaande macht, bereidheid tot luisteren en het volgen van aanwijzingen. Anderzijds leert het zelftucht, bewustzijn van de eigen wil, opdat later grootse daden verricht kunnen worden. Wie anderen wil leiden moet zichzelf kunnen leiden. Bint wil een kweek van maatschappelijke «reuzen» maken.

Scholing is van secundair belang; karaktervorming, daar gaat het om. Alleen als zijn leerlingen gebruik weten te maken van wat ze geleerd hebben, als ze weten wat ze willen en er alles voor over hebben om dat te realiseren, dan zullen ze slagen. Juist de leerlingen van «de hel», aan het begin van de roman de ergste, meest gevreesde klas van de school, lijken daartoe aan het eind van het boek in staat. Bint zelf faalt: hij provoceert de zelfmoord van een leerling en treedt daarom af, maar zijn tuchtsysteem lijkt hem te overleven.

Slide 29 - Diapositive

Hoe noemt De Bree zijn klassen? Zet achter de namen het karakter van de klas.

Slide 30 - Question ouverte

De hel:


Klas 4D is het voorbeeldproduct van Bint’s tuchtsysteem. Zij staan volledig achter het systeem en ontwikkelen zich tot een soort eliteklas.
De bloemen:
vredige klas met allemaal individuen;  een tegenpool van ‘de hel’.
De grauwen:
De leerlingen uit deze klas zijn goedaardig. Ze werken hard, maar zijn kleurloos en slecht.
De bruinen:
heel leergierige klas.












Slide 31 - Diapositive

De naam Van Beek valt op binnen deze bijzondere namen. Waarom zou Bordewijk zo'n naam gekozen hebben voor deze persoon?

Slide 32 - Question ouverte

Alleen de leerling Van Beek heeft een normale naam, en hij is dan ook de enige 'normale'. Hij is zo normaal dat hij op de school van Bint helemaal niet op zijn plaats is en zelfmoord pleegt na een slecht rapport.

Slide 33 - Diapositive

Bint heeft een symbolische naam. Ga eens na waar die voor staat.

Slide 34 - Question ouverte

Die titel is én de naam van directeur Bint, volgens de ondertitel een zender, én een gewoon woord, homofoon met ‘bind’ zowel als ‘bindt’ en volgens het woordenboek voorzien van velerlei betekenissen, zoals een trekbalk in een dakkap-constructie die de hele boel bij elkaar houdt. Zo'n metafoortheorie verheldert het antwoord op de vraag: Wat en wie is Bint/Bint/bint/bindt/bind en wat bindt deze?

Slide 35 - Diapositive

Plaats Bint in de literaire periode waarin het boek is geschreven.

Slide 36 - Diapositive

Nieuwe zakelijkheid
Karakteristiek voor zijn twee novelles Blokken (1931) en Bint (1934):stugge, korte manier van schrijven;
geen woord teveel, zakelijk
objectief, weinig gevoelsuitingen;
Vreemde metaforen en beeldspraak,
gebeurtenissen verwijzen naar situatie in totalitaire staat.

Slide 37 - Diapositive

Het behouden huis

Slide 38 - Diapositive

De mens is normloos, beginselloos en eenzaam.
Enkele ideeën uit zijn Existentialisme:
- het menselijk bestaan is zinloos
- de mens is ‘gedoemd' vrij te zijn; dus is hij verantwoordelijk voor zijn daden (last)
- de mensen zijn niet in staat wezenlijk met elkaar te communiceren
- God bestaat niet, en als hij bestaat, is hij een zwijgende God
Het besef van vrijheid én eenzaamheid leiden in de mens tot existentiële angst, levensangst.
Maar:
- bevrijding van de angst door de werkelijkheid onder ogen te leren zien


Slide 39 - Diapositive