Een oude kennis

Noem een voorbeeld waaraan je kunt zien dat Bruis en Deluw vroeger goede vrienden waren.
1 / 9
suivant
Slide 1: Question ouverte
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

Cette leçon contient 9 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Noem een voorbeeld waaraan je kunt zien dat Bruis en Deluw vroeger goede vrienden waren.

Slide 1 - Question ouverte

Vul in: Mevrouw Deluw blijkt haar dochter altijd verkeerd te hebben beoordeeld. De belangstelling van Mientje gaat niet uit naar..a. maar naar ...b

Slide 2 - Question ouverte

Camera obscura 
Letterlijk: donkere kamer
. De camera obscura is een kastje met een lens. Door de lens valt een beeld van de werkelijkheid op een matglazen plaat, zodat het gemakkelijk kan worden nagetekend. Zo ook, zegt Hildebrand, vallen "de schaduwen en schimmen van nadenken, herinnering en verbeelding in de ziel en sommige zo treffend en aardig dat men lust gevoelt e na te tekenen en m et wat ze bij te werken , op te kleuren en te groeperen, er kleine schilderijtjes van maken: 

Slide 3 - Diapositive

Dit is de eerste foto waarop een mens staat afgebeeld, zij het door puur toeval. Eigenlijk is het geen foto, maar een daguerreotype, uitgevonden door Louis Daguerre.

Slide 4 - Diapositive

 Beets schreef alsof hij tekende in een camera obscura. Dat was een apparaat uit de tweede helft van de achttiende eeuw, een donkere box waarin op één wand een beeld verkleind werd geprojecteerd, via een lens in de tegenoverliggende wand. De tekenaar hoefde alleen maar over te tekenen, Hildebrand hoefde alleen maar te beschrijven, zo lijkt hij te willen zeggen. Maar dat klopt niet helemaal, Hildebrand beschreef niet gewoon wat hij zag. De titel was niet Daguerrotypen, zoals de eerste foto’s genoemd werden. Dat zou een échte weergave van de werkelijkheid zijn, zonder dat een tekenaar of een schrijver er tussen zou komen. Hildebrand gaf dus toe dat hij het beeld wat heeft aangepast.

Slide 5 - Diapositive

dat hij het beeld wat heeft aangepast. Die aanpassingen gebruikte Hildebrand vooral om het beeld dat hij schetste komischer te maken. Van de personages maakte hij typetjes, met wat overdreven en voorspelbare eigenschappen. Hij verbond de uitvoerige beschrijvingen van het uiterlijk van die types aan hun innerlijk leven – al hangt het ene niet meteen van het andere af. En ook zijn taal gebruikte hij humoristisch: hij maakt woordspelingen of laat nu en dan iemand een dialect spreken. Hij gaf dus niet zomaar weer wat hij zag, hij maakte er verhalen van die, meer dan de dagelijkse werkelijkheid, de moeite waard zijn om te lezen. 

Slide 6 - Diapositive

Het proces is als volgt: je maakt een gepolijste, verzilverde koperen plaat lichtgevoelig met jodiumdampen. Vervolgens plaats je de plaat in een camera obscura. Dat is een lichtdichte doos met een klein gaatje dat je tijdens het maken van de foto opent. Het belichten resulteert in een onzichtbaar beeld op de plaat. Dit latente beeld maak je met kwikdamp zichtbaar. Dat gaat wel ten koste van je gezondheid. Tenslotte fixeer je het beeld in een zoutoplossing, wat je dan afspoelt met water. Doordat er geen negatief wordt gebruikt, kun je maar één afdruk maken. Een daguerreotype is daardoor altijd uniek.

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 4 :Beredeneer tot welke stroming(en) deze tekst behoort. Onderbouw je verhaal met voorbeelden uit de tekst. 

De Camera munt uit door fijne waarneming en uitbeelding van de werkelijkheid. Deze uitbeelding van de werkelijkheid noemen we realisme. De 19e eeuwse criticus Politicus karakteriseert Hildebrands werk als 'kopieerkunst des dagelijkschen levens' . Hildebrand beschrijft de werkelijkheid echter wel met gevoel voor humor (fijne spot). 

Slide 8 - Diapositive

Ten slotte: 
  1. Hildebrand geeft een stereotiep beeld van bepaalde bevolkingsgroepen. Kun je deze (of andere) groepen tegenwoordig nog steeds zo duidelijk van elkaar onderscheiden? Tot welke groep(en) behoor je zelf?
  2. Heb jij als jongere een stereotiep beeld van de oudere generaties?
  3. Wat levert het op om te spotten met anderen?

Slide 9 - Diapositive