3.04 Energie

3.04 Energie
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

3.04 Energie

Slide 1 - Diapositive

Deze les bestaat uit:

Terugblik op vorige lesstof (gele slides)
Uitleg nieuwe lesstof (zwarte slides)
Filmpje
Quiz (Groene slides)
Opdracht (Oranje)


Door op deze rode bolletjes met vraagtekens te klikken opent er zich een venstertje met ietsjes meer uitleg. 
Klik hier om de fantastische stem van mevrouw America te horen!
En klik hier op om te zien wat er dan gebeurt!
Op sommige afbeeldingen kun je klikken om in te zoomen. Zoals deze. Probeer maar.  

Slide 2 - Diapositive

Terugblik

Slide 3 - Diapositive

olievoorraden raken wereldwijd op
A
milieuvervuiling
B
milieu-uitputting
C
milieu-aantasting

Slide 4 - Quiz

toename scooters in Groningen
A
milieuvervuiling
B
milieu-uitputting
C
milieu-aantasting

Slide 5 - Quiz

De akkerbouwer doet aan vruchtwisseling. Dit jaar staat er prei op zijn land. Volgend jaar een ander gewas. Hij denkt erover na om witlof te planten. Witlof is gevoelig voor een schimmelziekte die ook voorkomt bij peulvruchten en bladgroenten zoals prei.
Is het verstandig van de akkerbouwer om volgend jaar witlof te planten? leg je antwoord uit.

Slide 6 - Question ouverte

In afbeelding 3 zie je hoe prei groeit op een stuk landbouwgrond. De akkerbouwer die deze prei teelt, heeft veel last van onkruid. Door de slanke vorm kan onkruid goed tussen de rijen preiplanten groeien. Als het onkruid niet wordt bestreden, is de opbrengst aan prei laag.
Noem twee nadelen van het gebruik van pesticiden

Slide 7 - Question ouverte

Als je produceert, zonder schade voor mens en milieu, noem je dat
A
maatschappelijke kosten
B
duurzaam produceren
C
recycling
D
milieuschade

Slide 8 - Quiz

Wat is uitputting?
A
dat is als je veel hebt gerend en je moe bent
B
dat is als de mens te veel stoffen uit het milieu onttrekt

Slide 9 - Quiz

In tropische gebieden vindt ontbossing plaats, waardoor er meer ruimte is voor de landbouw.

Heeft ontbossing invloed op de biodiversiteit? Zo ja, neemt de biodiversiteit door ontbossing toe of af?
A
Ontbossing heeft geen invloed op de biodiversiteit.
B
Door ontbossing neemt de biodiversiteit toe.
C
Door ontbossing neemt de biodiversiteit af.

Slide 10 - Quiz

Bepaalde vlinders worden bestreden door middel van het inzetten van sluipwespen. Hoe noem je deze vorm van bestrijding.
A
chemische bestrijding
B
resistente bestrijding
C
biologische bestrijding

Slide 11 - Quiz

DDT is een bestrijdingsmiddel dat vroeger gebruikt werd om plagen van verschillende soorten insecten te bestrijden.
Is DDT een selectief of niet-selectief bestrijdingsmiddel?
Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Question ouverte

Wat is geen vorm van milieuvervuiling?
A
Luchtvervuiling
B
Watervervuiling
C
Bodemsanering
D
Bodemvervuiling

Slide 13 - Quiz

Sleep de juiste tekst naar de juiste afbeelding 

Bio-industrie
Biologische veeteelt
Dieren hebben weinig afleiding
Dieren hebben veel ruimte

Slide 14 - Question de remorquage




Wordt gebruikt voor van alles:
In je huis: 
  • Verwarming, opladen telefoons, stofzuigers, wasmachine enz.
  • Industrie: om producten te maken



Belangrijkste Energiebronnen zijn: 
  • fossiele brandstoffen (aardgas, aardolie, steenkool)
  • Kernenergie
  • Andere bronnen: wind, zonlicht, waterkracht en biomassa
Energie

Slide 15 - Diapositive

Fossiele brandstoffen

Fossiele brandstoffen:

- aardgas, aardolie, steenkool

- bij verbranding komt energie vrij,

- bij verbranding komt CO2 vrij

- de energie komt van de zon

- deze brandstoffen zijn miljoenen jaren geleden ontstaan uit dode planten en dieren

Deze planten en dieren van miljoenen jaren geleden hebben hun energie (net als wij nu) ook uit de zon gehaald. Planten voerden fotosynthese uit en sloegen de energie op in vorm van glucose. Dieren aten de planten en gebruikte de energie uit de zon voor groeien, bewegen enz.  

Slide 16 - Diapositive

Fossiele brandstoffen



Fossiele brandstoffen

Voordelen:

  • goedkoop
  • gemakkelijk te gebruiken
  • gemakkelijk te vervoeren

Nadelen:

  • ontstaan CO2
  • CO2 is oorzaak broeikaseffect
  • afvalstoffen kunnen smog en verzuring veroorzaken
  • ze raken een keer op

Slide 17 - Diapositive

Kernenergie
  • Energie komt vrij bij het splitsen van atomen


Voordelen:

  • veel elektriciteit
  • geen luchtverontreiniging en CO2


Nadelen:

  • radioactief afval
  • Fukushima (2011)
  • Tsjernobyl (1986)

Slide 18 - Diapositive

Duurzame energie
  • Zonne-energie: energie van de zon wordt door zonnepanelen opgevangen en bruikbaar gemaakt
  • Windenergie: windmolens, opwekken elektriciteit
  • Waterkracht: stuwdam, opwekken elektriciteit
  • Biomassa: hout, groente en tuin afval, mest, enz. 
  • Biobrandstoffen: olie uit planten zoals zonnebloemen.

Slide 19 - Diapositive

Duurzame energie

Voordelen:

  • raakt niet op
  • geen milieuvervuiling
  • geen extra CO2 in de lucht

Nadelen:

  • niet altijd genoeg wind en zon
  • windmolens = horizonvervuiling
  • door stuwdam kan het milieu veranderen
  • voor gewassen voor biobrandstof is veel landbouwgrond nodig

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien

Niet alleen in Nederland is het energieverbruik enorm toegenomen. Ook in de meeste andere landen van de wereld neemt het energieverbruik steeds verder toe.

Shira zegt daarover: 'Dat komt doordat er steeds meer mensen op aarde komen.'
Yusef zegt daarover:'Dat komt doordat mensen steeds meer dingen gebruiken waar brandstoffen voor nodig zijn.

Wie heeft(hebben) gelijk
A
Alleen Shira heeft gelijk
B
Alleen Yusef heeft gelijk
C
Ze hebben allebei geen gelijk
D
Ze hebben allebei gelijk

Slide 22 - Quiz

Nederland heeft veel rivieren, meren en ander oppervlaktewater. Toch wordt in Nederland weinig energie opgewekt met behulp van waterkracht. Waarom wordt in Nederland weinig energie opgewekt met behulp van waterkracht?

Slide 23 - Question ouverte

Leg uit op welke manier de industrie een van de veroorzakers is van versterking van het broeikaseffect. Gebruik in je antwoord in ieder geval de volgende woorden: broeikasgas, dampkring, fossiele brandstof.

Slide 24 - Question ouverte

Op verschillende plaatsen in de Noordzee staan boorplatforms. Sommige kun je vanaf het strand zien. Sommige mensen vinden het niet prettig om deze boorplatforms in zee te zien staan. Hoe noem je dit?
A
Bodemvervuiling
B
Horizonvervuiling
C
Luchtvervuiling
D
Watervervuiling

Slide 25 - Quiz

Noem een voorbeeld van groene stroom
A
kernenergie
B
windenergie
C
kolencentrale

Slide 26 - Quiz

Wat is een oorzaak van het versterkte broeikaseffect
A
Verbranding fossiele brandstoffen
B
Duurzame energie
C
Spuitbussen

Slide 27 - Quiz

Zo nu en dan gebeurt er een ongeluk met een kerncentrale. Er is dan veel gevaar voor de mensen en dieren die in de omgeving wonen. Wat is het grootste gevaar bij een ongeluk met een kerncentrale?

Slide 28 - Question ouverte

Welke van onderstaande brandstoffen is geen fossiele brandstof?
A
Aardolie
B
Bio-ethanol
C
Steenkool
D
Gas

Slide 29 - Quiz

Wat vind je nog moeilijk? Waar heb je meer uitleg bij nodig?

Slide 30 - Question ouverte

Wat vond je van deze les? Wat zou je anders willen? Wat moet zo blijven?

Slide 31 - Question ouverte

Maak nu de opdracht 3.04 Energie
Opdracht 1 t/m 14
Blz. boek: 130 t/m 135
Vragen? Ik zit in teams. 



Slide 32 - Diapositive