Bijles Grieks 2C: naamvallen

Herhaling naamvallen
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Herhaling naamvallen

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
  1. Zelfstandige naamwoorden in het Grieks herhalen
  2. Lidwoorden in het Grieks herhalen

Slide 2 - Diapositive

Onderwerp en lijdend voorwerp
Hoe herken je ook alweer het onderwerp en lijdend voorwerp in het Grieks?

Naamvallen!

Slide 3 - Diapositive

nominativus en accusativus

Slide 4 - Diapositive

μαχαι
χωρας
οἰστοι
δουλος
δουλον
δουλους
μαχη
χωραν
nominativus 
accusativus 

Slide 5 - Question de remorquage

Lidwoorden
Lidwoorden zijn een handig hulpmiddel
Aan een lidwoord kun je namelijk altijd zien in welke naamval een zelfstandig naamwoord staat!

Slide 6 - Diapositive

τον
αἱ
τους
την
οἱ
τας
nominativus 
accusativus 

Slide 7 - Question de remorquage

Welke naamval?
τὸν ἥρωα
A
nominativus
B
accusativus

Slide 8 - Quiz

Welke naamval?
ὁ λέων
A
nominativus
B
accusativus

Slide 9 - Quiz

Welke naamval?
τὸν δεσπότην
A
nominativus
B
accusativus

Slide 10 - Quiz

Welk zinsdeel staat in de accusativus?
Ὁ Ἡρακλῆς τον οἰστον φέρει.
A
Ὁ Ἡρακλῆς
B
τον οἰστον
C
φέρει

Slide 11 - Quiz

Welk zinsdeel staat in de accusativus?
Τὴν δοράν πείρουσι οἱ οἰστοὶ.
A
Τὴν δοράν
B
πείρουσι
C
οἱ οἰστοὶ

Slide 12 - Quiz

Nog één rijtje... onzijdig

Slide 13 - Diapositive

Wat is opvallend aan het onzijdige rijtje?

Slide 14 - Question ouverte

Welk zinsdeel is het onderwerp?
Ὁ δουλος φερει το θηριον.
A
Ὁ δουλος
B
φερει
C
το θηριον

Slide 15 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderwerp?
Τον δουλον φερει το θηριον.
A
Τον δουλον
B
φερει
C
το θηριον

Slide 16 - Quiz

Welk zinsdeel is het onderwerp?
Το θηριον φευγει τον δεσποτην.
A
Το θηριον
B
φευγει
C
τον δεσποτην

Slide 17 - Quiz

Onthoud:
  1. Zelfstandige naamwoorden staan altijd in een naamval
  2. Een lidwoord in het Grieks is een hulpmiddel om de naamval te bepalen
  3. Bij onzijdige woorden is de naamval soms lastig te bepalen: kijk dus goed in welke naamval de andere woorden staan!

Slide 18 - Diapositive