H3D - P3 - Les 1 - omrekenen geld

Plattegrond
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

Plattegrond

Slide 1 - Diapositive

Begroten voor iedereen
Les 1
Omrekenen van bedragen

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we doen vandaag?

  • Start + Welkom

  •  Geld en omrekenen van bedragen

  • Aan het werk
  • Day for Change mircrokredieten

  • Afsluiten

Slide 3 - Diapositive

Leerdoelen
Na deze les kan je uitleggen wat het verschil is tussen chartaal en giraal geld.

Na deze les kan je geldbedragen omrekenen van week naar maand en van maand naar week.  

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive


STAAN

ZAKGELD

ZITTEN

KLEEDGELD

Slide 6 - Diapositive


STAAN

DIGITAAL BETALEN

ZITTEN

CASH
BETALEN

Slide 7 - Diapositive


STAAN

BETALEN MET
MOBIEL

ZITTEN

BETALEN MET
PINPAS

Slide 8 - Diapositive


STAAN

BIJBAAN

ZITTEN

NOG GEEN
BIJBAAN

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Van week naar maand

Slide 11 - Diapositive

Voorbeeld
Je verdient € 36 per week.
Hoeveel € verdien je per maand?

Slide 12 - Diapositive

Voorbeeld
Je verdient € 36 per week.
Hoeveel € verdien je per maand?

Antwoord: € 36 x 52 : 12 = € 156

Slide 13 - Diapositive

Van maand naar week

Slide 14 - Diapositive

Voorbeeld
Je verdient € 260 per maand.
Hoeveel € verdien je per week?

Slide 15 - Diapositive

Voorbeeld
Je verdient € 260 per maand.
Hoeveel € verdien je per week?

Antwoord:  260 x 12 : 52 = € 60

Slide 16 - Diapositive

en per kwartaal dan?

Slide 17 - Diapositive

Voorbeeld
Het lidmaatschap van de hockeyvereniging kost  € 5,50 per week.
Hoeveel € kost het per kwartaal?

Slide 18 - Diapositive

Voorbeeld
Het lidmaatschap van de hockeyvereniging kost  € 5,50 per week.
Hoeveel € kost het per kwartaal?

Antwoord: € 5,50 x 52 : 4 = € 71,50 

Slide 19 - Diapositive

Vragen?
VRAGEN?

Slide 20 - Diapositive

Aan de slag!
WAT?               Maak  opdrachten 1 t/m 10
HOE?               Op papier
MET WIE?      Met z'n 2-en       
GELUID?        Fluistertoon
TIJD?               20 minuten
KLAAR?          Maak 1.1 t/m 1.4 en 1.7 en 1.8
timer
20:00

Slide 21 - Diapositive