Cette leçon contient 40 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Lesinstap
Economische Vorming
Slide 1 - Diapositive
ECONOMIE
Slide 2 - Carte mentale
Hoeveel zakgeld moet een kind van jouw leeftijd krijgen?
Slide 3 - Carte mentale
Vind je het belangrijk dat mannen en vrouwen evenveel verdienen?
JA
NEE
Slide 4 - Sondage
Vrouwen verdienen gemiddeld 14 % minder dan mannen.
Slide 5 - Diapositive
Hoeveel kost 1 liter melk denk je?
Slide 6 - Carte mentale
€1,19
Colruyt
€0,89
Delhaize
€0,89
Delhaize
€1,31
Colruyt
€1,25
Albert Heijn
Slide 7 - Diapositive
Hoeveel denk je dat een netflix abonnement kost?
Slide 8 - Question ouverte
1 scherm - € 8,99/maand
2 schermen - € 13,49/maand
4 schermen - € 17,99/maand
Slide 9 - Diapositive
Wat is een bitcoin?
A
een code
B
een portemonnee
C
een ander woord voor euro
D
digitaal geld
Slide 10 - Quiz
1 bitcoin =
€23.882,49 (1 september 2023)
€ 21.365,34 (21 aug 2022)
€ 41.883,64 (21 aug 2021)
gebruiken om online en in bepaalde fysieke winkels te betalen
Slide 11 - Diapositive
Besteed jij wel eens geld door in een game virtuele spullen te kopen?
JA
NEE
Slide 12 - Sondage
Zou iedereen evenveel geld moeten verdienen? Waarom wel/niet?
JA
NEE
Slide 13 - Sondage
Maakt geld gelukkig?
JA
NEE
Slide 14 - Sondage
Spaar je momenteel voor een speciaal doel?
Slide 15 - Carte mentale
Debetkaart
Kredietkaart
Maestro
Visa
Uitgegeven door FI (financiële instelling)
Uitgegeven door FI of groot bedrijf
Onmiddelijk van je rekening
Pas aan het einde van een periode van je rekening
Betalen buiten Europa
Betalen in binnenland en Europa
Slide 16 - Question de remorquage
Geld is belangrijk omdat ...
Slide 17 - Question ouverte
Heb je een idee hoeveel de vraagprijs is van dit huis in Sint-Niklaas?
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Wat is de vraagprijs van het huis op de vorige slide?
Slide 20 - Carte mentale
Slide 21 - Diapositive
Wat zijn de gevaren en/of nadelen van kopen op afbetaling?
Slide 22 - Question ouverte
Er moet een maximumsalaris komen voor mensen met een topsalaris.
JA
NEE
Slide 23 - Sondage
Studeren zou gratis moeten zijn.
JA
NEE
Slide 24 - Sondage
Wat betekent zwartwerken?
Slide 25 - Question ouverte
Stel dat je leerkracht je 20 euro geeft. Welke drie dingen zou je daar dan mee overwegen te doen?
Slide 26 - Question ouverte
Welke van de zonet opgesomde opties heeft je voorkeur?
Slide 27 - Question ouverte
Waarom kon je niet alle dingen die je graag had gedaan gaan doen met het geld van de leerkracht?
Slide 28 - Question ouverte
Wat is het gevolg daarvan?
Slide 29 - Question ouverte
nl.wikipedia.org
Slide 30 - Lien
De mens voelt in z’n leven heel wat tekorten aan. Hij heeft dorst en honger, hij voelt zich alleen, hij wil iets kunnen... Hij heeft dan ook constant de drang om deze tekorten weg te werken. De mens heeft ______________________ aan drinken en eten, aan gezelschap of aan een opleiding. Het ______________________ van deze ______________________ stopt nooit. Zodra de behoefte aan eten is ingevuld, ontstaat de behoefte aan drinken. Hierna voelt de mens een tekort aan slaap en krijgt hij de behoefte even op de zetel te gaan liggen. Onze behoeften zijn met andere woorden ______________________ groot. Maar om eten, drinken, een auto of een reis te kopen heb je geld nodig. Een dag telt daarenboven maar 24 uren: om alle dingen te doen die je graag doet heb je vaak te weinig tijd. Je ______________________ zijn met andere woorden ______________________.
Kortom, de mens wordt gedwongen om ______________________ te maken.
behoefte
tekorten
voldoen
middelen
beperkt
keuzes
oneindig
Slide 31 - Question de remorquage
Een goed is een .....
A
Niet-tastbare zaak.
B
een tastbare zaak dat je kan aanraken.
C
Ik weet het niet.
D
Een goed is geen woord.
Slide 32 - Quiz
Een dienst is ....
A
een niet-tastbare zaak. Je kan dit niet aanraken.
B
een tastbare zaak. je kan dit aanraken.
C
Ik weet het niet.
D
Dat is geen woord.
Slide 33 - Quiz
Een primaire behoefte is bijvoorbeeld een nieuwe smartphone.
A
Juist
B
Fout
Slide 34 - Quiz
Ik heb zin in een ijsje is een collectieve behoefte.
A
Fout
B
Juist
Slide 35 - Quiz
Berglucht is een ...... goed
A
Economisch
B
Verbruiks
C
Gebruiks
D
Vrij
Slide 36 - Quiz
Een Tesla is een ...... behoefte.
A
Primaire
B
Secundaire
C
Tertiaire
D
Quartaire
Slide 37 - Quiz
Een immateriële behoefte is bijvoorbeeld
A
Liefde
B
Eten
C
Film kijken
D
Een nieuwe smartphone kopen
Slide 38 - Quiz
Wanneer je niet onmiddellijk kunt kopen wat je wil, ervaar je .....