17. onderzoeksartikel

• Nederlands LessonUp
• MBO
• Studiejaar 1

WAT WE DEZE LES GAAN DOEN

1.  Theorie werkwoordspelling

2.  Theorie over het onderzoeksartikel

3.  Aan de slag

4.  De volgende keer

Leerdoelen:

- je kent de taalconventies van een onderzoeksartikel

- je weet wat er bedoelt wordt met de 5 W's en 1 H

Overzicht Schrijfdossier

► 28 februari: het onderzoeksartikel

06 maart: geen les i.v.m. studiedag

13 maart: het formulier en begeleidende e-mail

20 maart: het betoog

27 maart: de reflectie (het slot)

3 april: controle verslag m.b.v. opdracht 8 en Schrijfdossier uploaden in CumLaude want de deadline ligt op 4 april 2024, 22:00 uur.

3. HET SCHRIJFDOSSIER

Je vindt in jouw mail het Schrijfdossier. Open dit en maak een Word-bestand aan met een voorblad 'Schrijfdossier'. 

Noem het bestand:

Schrijfdossier 2023-2024 [jouw voor- en achternaam] 

Volg de StartUp: 

Je moet een voorblad, automatische inhoudsopgave, inleiding, jouw uitwerking van de opdrachten (kern) en een reflectie (slot) hebben. Voeg paginanummering en pagina-eindes in.

Wat onder werkwoordspelling valt:

persoonsvorm tegenwoordige tijd:   nu weet ik het

persoonsvorm verleden tijd:                   vroeger wist ik het

voltooid deelwoord:                                  ik heb het geweten

onvoltooid deelwoord:                             wetend knikte ik

gebiedende wijs:                                       weet dat dan!

bijvoeglijk naamwoord:                           de wetende leerling

STAP 1

Wat doe je eerst bij werkwoordspelling? 

Stap 1: je zet de zin in een andere tijd en vindt daardoor de ... 

                                                       Volgende slide: quizvragen hierover

Wat is de persoonsvorm in:

Henk houdt ook van bloemen

Wat is de persoonsvorm in:

Samantha kijkt naar hem uit

Wat is de persoonsvorm in:

Henk wordt langzaam maar zeker gek

Antwoorden

Henk houdt ook van bloemen ► de pv is: 

• houdt

Samantha kijkt naar hem uit ► de pv is: 

• kijkt uit

Henk wordt langzaam maar zeker gek ► de pv is:   

• wordt

STAP 2

(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

Stap 2: je zoekt het hele werkwoord (het infinitief) van de pv.

Let op scheidbare werkwoorden (indienen, bijvoeren)

                 

                                                       Volgende slide: quizvragen hierover

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Henk houdt ook van bloemen

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Samantha kijkt naar hem uit

Wat is het hele werkwoord van de pv:

Henk wordt langzaam maar zeker gek

Antwoorden

Henk houdt ook van bloemen ► het hele ww van de pv is: 

• houden

Samantha kijkt naar hem uit ► het hele ww van de pv is: 

• uitkijken

Henk wordt langzaam maar zeker gek ► het hele ww van de pv:  

• worden

STAP 3

(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

Stap 3: je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord van de persoonsvorm. Dat is je basis. 

                                               Volgende slide: quizvragen over de stam

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Henk houdt ook van bloemen

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Samantha kijkt naar hem uit

Wat is de stam van de persoonsvorm in:

Henk wordt langzaam maar zeker gek

Antwoorden

Henk houdt ook van bloemen ► de stam van de pv is: 

• houd (-en)

Samantha kijkt naar hem uit ► de stam van de pv is: 

• uitkijk (-en)

Henk wordt langzaam maar zeker gek ► de stam van de pv is:

• word (-en)

ONTHOUDEN

(stap 1) Je zet de zin in een andere tijd om de pv te vinden. 

(stap 2) Je zoekt het hele werkwoord, het infinitief, van de pv.

(stap 3) Je haalt -en van het hele werkwoord van de pv af. Nu heb je de stam van het werkwoord. 

Onthoud dat het Nederlands gebaseerd is op klanken: 

Plakken - de stam 'plakk' wordt de ik-vorm plak. 

Verhuizen - de stam 'verhuiz' wordt de ik-vorm verhuis. 

Worden- de stam 'word' is hetzelfde als de ik-vorm: word.

3. AAN DE SLAG

Maak een onderzoeksartikel van de informatie en de grafieken die in het Schrijfdossier staan. 

Neem jouw schrijfproduct als opdracht 4 op in je schrijfdossier.  

4. DE VOLGENDE KEER

... gaat over opdracht 5: het formulier invullen en een begeleidende e-mail schrijven. 

Na het Schrijfdossier

Bouwsteen 04. woensdag 10 + 24 april ►Samenhang (signaalwoorden)

- woensdag 24 april het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 04.

woensdag 17 april vrij ivm mondelinge examens

woensdag 1 mei vrij ivm meivakantie

Bouwsteen 05. woensdag 8 + 15 mei ►Hoofd- en bijzaken

- woensdag 15 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 05.

Niet: Indi, Daan en Teun. 

► Denk na over wat je gaat doen en mail mij jouw besluit.

Na het Schrijfdossier

Bouwsteen 06. woensdag 22 + 29 mei ►Argumenteren

- woensdag 29 mei het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 06.

Niet: Indi, Ilja, Daan en Jelte.

Bouwsteen 07. woensdag 5 juni + 12 juni ►Evalueren

- woensdag 12 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 07.

Niet: Lian en Teun.

Na het Schrijfdossier

Bouwsteen 08. woensdag 19 + 26 juni ►Samenvatten

- woensdag 26 juni het 2e lesuur Nederlands bouwsteentoets 08.

Eindtoets Bouwstenen. woensdag 3 juli.

Nulmeting Grammatica en Spelling: woensdag 10 juli.

Over: woensdag 3 juli 2e lesuur en woensdag 10 juli het 2e lesuur. Hierin ga je je achterstanden wegwerken tijdens de lesuren Nederlands.