Engels

Engels

Present Simple, Present Continuous, Past Simple, Past Continuous, Present Perfect & Future

Present Simple

• Wanneer gebruik je het?
• Uitgang
• Signaalwoorden

(tegenwoordige tijd)

Wanneer gebruik je het?

• Bij feiten
• Bij gewoonten
• Bij regelmatige gebeurtenissen

Uitgang

Infinitief zonder to. Bij de SHIT, een s achter het ww

Voorbeeld:

I work at the police office. 

We watch the game.

He loves sports. 

Uitzonderingen

- Eindigt op medeklinker + y, wordt ies. 

I study a lot. She studies a lot.

- Eindigt op klinker + y, wordt gewoon s.

I play. She plays.

- Eindigt op een s-klank/o, komt een -es bij. 

I dance. She dances.

Signaalwoorden

- Always

- Never

- Every day/month/year

They .....(visit) us often.

She ..... (help) the kids of the neighborhood.

He ..... (have) a big apartment.

She .... (hear) something strange.

Present Continuous

• Wanneer gebruik je het?
• Uitgang
• Signaalwoorden

Wanneer gebruik je het?

• Wanneer iets of iemand NU bezig is.
• Om irritatie aan te geven.

Present Continuous (tegenwoordige tijd in duurvorm)

Uitgang

- To be + hele ww + ing

	Bevestigend	Ontkennend	Vragend
I	I am	I am not	Am I
SHIT	She is	She is not	Is she
We	We are	We are not	Are we

Uitzonderingen

- Bij werkwoorden van 1 lettergreep met een korte klinker, wordt de medeklinker verdubbeld. Voorbeeld: chat -> chatting

- Bij een werkwoord dat eindigt op een e valt de e weg.  

 Voorbeeld: have -> having

- Bij een werkwoord dat eindigt op een c komt een k. 

Voorbeeld: panic -> panicking

Signaalwoorden

right now, at the moment, now

I _______ my homework right now. (do)

July _______ to work at the moment. (drive)

Look! I think she _______ sick. (feel)

We _______ the shelves at the Albert Heijn now. (fill)

Past Simple (verleden tijd)