Sinterklaasgedicht

• Begrijpend lezen
• Basisschool
• Groep 6

Ik heb zelf wel eens een Sinterklaasgedicht gemaakt.

1. Ja
2. Nee
3. Met hulp van mijn ouders
4. Weet ik niet.

Leesdoel: Je leert hoe je een gedicht kans schrijven.

Lesdoel: 

- Je leert de betekenis van een paar belangrijke woorden.

- Je leert hoe een rijmschema werkt en bedenkt een gedicht.

Hoe kun je de betekenis van een woord opzoeken?

1. vragen aan de meester of juf
2. raden
3. Woordenboek
4. kan je uit de tekst halen

Wat betekent het woord:
cliché? (r. 32)

Wat betekent het woord:
plotwendingen(en)? (r. 60)

Wat betekent het woord:
excentriek? (r. 88)

1. leuk
2. raar, geks
3. wat gewoon is
4. dom

Wat betekent het woord:
synoniem? (r. 91)

Wat betekent het woord:
metafoor? (r. 95)

Bedenk drie woorden wat een gedicht wel moet zijn?
(het moeten synoniemen zijn)

In tip 1 staat een zin die heel vaak wordt gebruikt in een gedicht. Welke zin is dat?

Bij tip 2 wordt een rijmschema genoemd (AABB) en een voorbeeld. Kun jij zelf een voorbeeld bedenken met het volgende schema? ABCB

Rijmspeurtocht.
Ga op zoek naar woorden die rijmen in de tekst. Doe dit zo: gedicht - verplicht.

Ik kan een gedicht maken met rijmschema AABB

1. ja
2. nee
3. wat is een rijmschema
4. ik heb nog wat hulp nodig

Klaar: kleur de tekening.