ziekte verwekkers

ziekte verwekkers
ziekte verwekkers ( pathogenen ) zijn micro organisme die schadelijk zijn voor de gezondheid.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

ziekte verwekkers
ziekte verwekkers ( pathogenen ) zijn micro organisme die schadelijk zijn voor de gezondheid.

Slide 1 - Diapositive

Als een pathogeen micro-organisme het lichaam binnendringt spreken we van een 
Wanneer een pathogeen micro-organisme zich in het lichaam kan handhaven en vermeerderen dan heb je een 
Als je ziek wordt onthoudt je lichaam dat. Je maakt                              tegen de micro-organismen aan zodat je niet opnieuw ziek wordt: je wordt   

besmetting
infectie
antistoffen
immuun

Slide 2 - Question de remorquage

hoe word je besmet met voetschimmel
A
seks
B
vieze wc pot
C
likken
D
natte voer

Slide 3 - Quiz

micro-organisme

Slide 4 - Carte mentale

Slide 5 - Lien

 MICRO-ORGANISME
Micro-organismen zijn kleine levende organismen die niet met het blote oog te zien zijn.

Voorbeelden van micro-organismen zijn:
− bacteriën
− virussen
    − schimmels
   − parasieten


Slide 6 - Diapositive

De onschadelijke bacteriën worden de ‘microbiota’ genoemd. De schadelijke bacteriën veroorzaken ziekteszoals huidinfecties, diarree, luchtweginfecties,
hersenvliesontsteking… 

Ze doen dit door stoffen aan te maken waardoor ze:
− beter aan gastheercellen hechten;
− de gastheercel kunnen binnendringen;
− de immuunrespons van de gastheer onderdrukken.

Bacterie
Bacteriën zijn eencellige micro-organismen zonder kern. 
Ze zijn heel klein en kunnen alleen onder de microscoop
worden gezien. Onder de juiste omstandigheden
kunnen bacteriën zich heel snel vermeerderen.
Bacteriën zijn belangrijk voor onze stofwisseling en
afweer.



Slide 7 - Diapositive

virus
Virussen zijn infectieuze micro-deeltjes die allerlei ziekten kunnen veroorzaken. Als een virus in een gastheer binnengedrongen, gebruikt hij de gastheercel om zichzelf te vermenigvuldigen. Nieuwe virusdeeltjes komen vrij en kunnen dan weer nieuwe gastheercellen infecteren.

Virussen veroorzaken relatief milde ziektes zoals verkoudheid, een koortslip of griep. Maar ook ernstige ziektes zoals HIV of hepatitis zijn virale infecties.

Antibiotica helpen niet in het bestrijden van virale infecties. Antivirale medicatie kan wel gebruikt worden.

Vaccinatie is effectief in de preventie van (ernstige) virale infecties. Zo worden baby’s meestal gevaccineerd tegen onder andere bof, polio, kinkhoest en hepatitis B. Daardoor zijn ze beschermd tegen deze door virussen geïnduceerde ziektes.

Slide 8 - Diapositive

schimmel
Schimmels zijn micro-organismen die ziekten kunnen veroorzaken van de huid en de slijmvliezen.
Schimmels komen veelvuldig voor in de natuur: in de tuin, bij dieren, bij mensen, zelfs gewoon in de lucht. 
Als je met een schimmel in aanraking komt, word je niet noodzakelijk besmet.
Bij voetschimmels kunnen erfelijke factoren een rol kunnen spelen.
Dierlijke schimmels gaan wel gemakkelijk over op mensen. Ook overdracht van mens op mens komt voor.
Soms gebeurt de infectie op een reeds beschadigde huid (bijvoorbeeld kleine wondjes) maar ook een gezonde
huid kan aangetast worden.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Parasiet
Een parasiet is een organisme die de gastheer gebruikt om in leven te blijven en zich te vermenigvuldigen.
Parasieten kunnen op, maar ook in een gastheer leven. Meestal leven de parasiet en de gastheer in ‘symbiose’.
Dat betekent dat er een evenwichtige relatie is tussen de parasiet en de gastheer, zonder dat de gastheer er
aan ten onder gaat. Toch kunnen parasieten vervelende aandoeningen veroorzaken. Parasieten komen voor
bij mensen, dieren en planten. 
Bij mensen en dieren komen parasieten voor in de vorm van wormen, vlooien,
luizen en teken. 

Slide 11 - Diapositive

Contactoverdracht
Direct contact = rechtstreekse aanrakingen tussen personen via de huid of slijmvliezen.
Enkele voorbeelden:
− kussen (overdracht via speeksel);
− contact met urine;
− contact met stoelgang;
− contact met bloed.

Slide 12 - Diapositive

Indirect contact
Indirect contact = contact tussen personen via een ‘transportmiddel’.
Enkele voorbeelden:
− de handen
Micro-organismen kunnen van de ene persoon of plaats naar de andere persoon of plaats
overgedragen worden via de handen van de zorgverlener.
− voorwerpen 

Gemeenschappelijk gebruikte materialen zoals bloeddrukmeter, saturatiemeter, thermometer,
handvaten van tilliften, telefoon en toetsenbord kunnen micro-organismen overdragen.

Slide 13 - Diapositive

Druppeloverdracht
Druppels bevatten allerlei deeltjes zoals vocht en stof.
Maar deze kunnen ook ziekteverwekkende micro-organismen bevatten afkomstig uit de luchtwegen en
de maag.

De overdracht gebeurt door hoesten, niezen…
waardoor deze druppels rechtstreeks op het oog-,
mond- of neusslijmvlies van een andere persoon
kunnen terechtkomen als die op minder dan 1,5 meter
staat.

Slide 14 - Diapositive

Luchtgedragen/aerogene overdracht
Aerosolen kunnen ziekteverwekkende micro-organismen bevatten. Ze kunnen zich over lange afstanden verplaatsen door de lucht. Door hun lage gewicht blijven ze lang in de lucht rondzweven. Bovendien overleven ze lang in de buitenwereld. Dit verklaart waarom de lucht besmettelijk kan blijven zelfs bij afwezigheid van de
zieke (bijvoorbeeld tuberculose). 

Slide 15 - Diapositive

overdracht

Slide 16 - Diapositive

wijze komt het micro-organisme in het lichaam

Slide 17 - Carte mentale

INGANGSPOORT
Micro-organismen komen het lichaam binnen via verschillende ingangspoorten.
Enkele voorbeelden:
− de slijmvliezen van mond, neus of ogen;
− het maag-darmkanaal;
− de ademhalingswegen;
− de niet-intacte huid (wondjes);
− seksueel contact;
− katheters.

Slide 18 - Diapositive

VATBARE GASTHEER
VATBARE GASTHEER/ VROUW/PERSOON
De laatste schakel in de besmettingscyclus is een vatbare gastheer. Dit is de persoon die wordt blootgesteld
aan het micro-organisme en dus risico loopt op een infectie.
− Mensen met een verminderde afweer zijn vatbaarder voor infectieziekten.
− Het afweersysteem van jonge kinderen is nog niet volledig in werking tegen indringers.
− Bij ouderen is het afweersysteem al wat verouderd en zo ook niet meer optimaal.
− Zwangere vrouwen kunnen een verminderde afweer hebben.
− Bij vele mensen is het afweersysteem aangetast door een ziekte. Deze personen lopen dus ook meer
risico.
− Toch sluit niets uit dat ook een gezond persoon een infectie kan oplopen. Iedereen is dus een
potentiële gastheer.
Let op: een micro-organisme kan binnendringen in het lichaam van een gastheer zonder dat deze ziek wordt.
De gastheer wordt daarmee wel een ‘drager’ zonder symptomen. 

Slide 19 - Diapositive

vragen
geen vragen

Slide 20 - Diapositive