2.5 meervouds -n bij verwijzingen en persoonsvorm

Nederlands havo 3
Grammatica en spelling
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Nederlands havo 3
Grammatica en spelling

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Doelen week 1 tm 5 maart
  • Je kunt de persoonsvorm juist spellen in de tegenwoordige en verleden tijd.
  • Je weet wanneer je een meervouds -n gebruikt en wanneer niet. (alle/allen)

Slide 3 - Diapositive

Opdrachten 
Zie weektaken overzicht in je studiewijzer.
We maken van 2.5 opdr. 4, 6, 7, 8
Extra spelling 2.5: 1, 2, 4, 5, 6

Slide 4 - Diapositive

Uitleg meervouds -n bij verwijzingen.
Als je naar personen, dieren of dingen verwijst gebruik je woorden als: sommige, enkele, meesten. Hiervoor zijn de volgende regels:

Je gebruikt geen -n (sommige, enkele, beide, etc.) als:
1) Het niet over personen gaat maar over dieren/dingen/etc. 
 Van de olifanten mochten enkele nog niet naar buiten.
Sommige nootjes vind ik wel lekker, maar de meeste lust ik niet.


Slide 5 - Diapositive

2) Er een zelfstandig naamwoord achter staat.
De meeste relschoppers waren onder de 21.

3) Als in dezelfde zin de persoon staat waarnaar verwezen wordt.
De meeste leerlingen waren op tijd in de les, maar sommige kwamen te laat.

Slide 6 - Diapositive

Uitleg.
Je gebruikt wel een n (sommigen, enkelen, meesten) als:

Het zelfstandig gebruikt is (de groep waarnaar je verwijst staat niet in de zin) en over mensen gaat. De meesten hadden nog niet vaker een lockdown meegemaakt. 

Slide 7 - Diapositive

Enige/Enigen weken geleden hebben vandalen alle/allen ruiten van de dierenwinkel ingegooid.
timer
0:20
A
enige
B
enigen
C
alle
D
allen

Slide 8 - Quiz

In het weekend maken vele/velen een uitstapje; sommige/sommigen blijven echter liever thuis.
timer
0:10
A
vele
B
velen
C
sommige
D
sommigen

Slide 9 - Quiz

Stanley nodigde beide/beiden meisjes uit op het tuinfeest van zijn broer.
timer
1:00
A
beide
B
beiden

Slide 10 - Quiz

Slechts weinige/weinigen kunnen zich zo’n dure auto veroorloven als een Porsche.
timer
1:00
A
weinige
B
weinigen

Slide 11 - Quiz

Sommige/sommigen wetenschappers menen dat klonen geen kwaad kan, andere/anderen hebben daar zo hun twijfels over.
timer
1:00
A
sommige
B
sommigen
C
andere
D
anderen

Slide 12 - Quiz

Van de vele/velen voorbijgangers weigerden de meeste/meesten om de flyer aan te nemen.
timer
0:20
A
vele
B
velen
C
meeste
D
meesten

Slide 13 - Quiz

Enkele/enkelen toeristen kochten klompen, andere/anderen gaven de voorkeur aan houten tulpen.
timer
0:20
A
enkele
B
enkelen
C
andere
D
anderen

Slide 14 - Quiz

Terwijl de eerste/eersten al over de finishlijn schaatsten, moesten de laatste/laatsten nog starten
timer
0:20
A
eerste
B
eersten
C
laatste
D
laatsten

Slide 15 - Quiz

Zeeschildpadden en neushoorns zijn ernstig bedreigd, maar de laatste/laatsten worden steeds beter beschermd.
timer
0:20
A
laatste
B
laatsten

Slide 16 - Quiz

Hoewel de meeste/meesten er geen zin in hadden, gingen uiteindelijk alle leerlingen aan de slag.
timer
0:20
A
meeste
B
meesten

Slide 17 - Quiz

Aan de slag..
Ga aan de slag met de opdrachten 4, 6, 7 en 8 en maak de extra opdrachten spelling in je schrift.

Slide 18 - Diapositive