7.4 Hoe komt het Rijk rond?

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 3 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Herhaling lesdoelen 7.3

Je leert in deze paragraaf 

- Voorbeelden van enkele belangrijke overheidsinkomsten

- Het verschil tussen directe en indirecte belastingen

- dat sommige belastingen gebaseerd zijn op het draagkrachtbeginsel

- dat andere belastingen gebaseerd zijn op het profijtbeginsel

Slide 2 - Diapositive

Herhaling lesdoelen 7.3
btw en accijns, inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting, sociale premies maar ook winst van overheidsbedrijven en boeten

Slide 3 - Diapositive

directe belastingen
Worden direct aan de belastingdienst betaald.

Het gaat om de belasting over inkomen, winst en vermogen.

Slide 4 - Diapositive

indirecte belastingen
Zitten verwerkt in de prijs van producten en diensten. Ze worden betaald aan de verkoper, deze draagt ze af aan de belastingdienst.

Het gaat om btw en accijns.

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Lesdoelen 7.4

Je leert in deze paragraaf:

- Wat de rijksbegroting en miljoenennota met elkaar te maken hebben

- waar de overheid op let bij haar uitgaven

- hoe een begrotingstekort of begrotingsoverschot ontstaat

- wat een staatschuld is

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Rijksbegroting en Miljoenennota
In de rijksbegroting staan de verwachte inkomsten en uitgaven van het rijk in het komende jaar. 
In de miljoenennota legt de regering uit waarom zij bepaalde keuzes heeft gemaakt. 
Pas nadat de Eerste en Tweede Kamer de begroting hebben goedgekeurd mag de regering de plannen gaan uitvoeren. 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Lien

Slide 13 - Vidéo

Wat staat er in de rijksbegroting?

Slide 14 - Question ouverte

Wat is btw?
A
belasting toenemende waarde
B
belasting toegevoegde waarde
C
belasting toegevoegde winkel
D
belasting tegen waarde

Slide 15 - Quiz

Belasting die je betaalt wanneer je een product koopt is een voorbeeld van .....
A
directe belasting.
B
indirecte belasting.

Slide 16 - Quiz

Wat zou jij doen om een hoge staatsschuld te voorkomen?

Slide 17 - Question ouverte

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 18 - Quiz

Welke gevolgen heeft een begrotingstekort?

Slide 19 - Question ouverte

Wat heb je geleerd?

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien