7.4

7.4 Hoe komt het Rijk rond? 
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

7.4 Hoe komt het Rijk rond? 

Slide 1 - Diapositive

Terugblik les 7.3

Slide 2 - Diapositive

7.3 Burgers, bedrijven en de overheid 
Inkomsten gemeenten
  • Gemeentefonds (van het rijk)
  • Gemeentelijke belastingen
  • Afvalstoffenheffing, rioolrechten, leges (vergoedingen die je betaald voor diensten -> paspoort, rijbewijs, vergunning)
Tekort op begroting:
  • bezuinigen op uitgaven
  • geld lenen
Vraag 32
Vraag 34

Slide 3 - Diapositive

7.3 Burgers, bedrijven en de overheid 
Collectieve sector
  • streeft niet naar winst
  • moet wel uitkomen met haar geld
  • dus... begroting maken!!


Vraag 36

Slide 4 - Diapositive

7.3 Burgers, bedrijven en de overheid
Collectieve sector
* streeft niet naar winst
* moet wel uitkomen met haar geld
* dus... begroting maken!!

Particuliere sector
  • streeft wel naar winst
  • hebben te maken met marktwerking (-> aanbieders concurreren met elkaar)


Particuliere sector:
burgers en bedrijven

Slide 5 - Diapositive

  • Privatiseren
  • * niet meer nodig dat overheid de taak zelf uitvoert
  • * verwachting dat bedrijven dit goedkoper kunnen
7.3 Burgers, bedrijven en de overheid 
Vraag 38
Samenvatting

Slide 6 - Diapositive

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Deze les:
  • Wat de rijksbegroting is
  • Wat de gevolgen zijn van een begrotingstekort
  • Wat voor belastingen je als burger aan het rijk betaald
  • Draagkracht beginsel
  • Profijtbeginsel

Slide 7 - Diapositive

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Belastingen op inkomen, winst en vermogen. Je betaald deze direct aan de overheid. (bijvoorbeeld inkomstenbelasting, loonbelasting (regelt je baas!) en vennootschapsbelasting)
Kostprijsverhogende belastingen. Deze betaal je aan de leverancier en die betaald het aan de overheid. Bijvoorbeeld accijns en btw.
Onder andere inkomsten van het Rijk vallen de sociale premies en de niet-belastingen. Voorbeelden van niet-belastingen zijn aardgasbaten, winst uit staatsbedrijven en boetes.
Begrotingstekort: Er wordt meer uitgegeven dan dat er aan inkomsten zijn. 
Begrotingsoverschot: Wanneer de inkomsten hoger zijn dan de uitgaven

Slide 8 - Diapositive

Directe en indirecte belasting...
Indirecte belastingen
- BTW
- Accijns

Directe belastingen
-Loon en inkomstenbelasting
-Vennootschapsbelasting





Slide 9 - Diapositive

accijns & subsidie
Accijns:
Extra belasting op tabakswaren, olie en alcohol.
Doel: Minderen van de consumptie.

Slide 10 - Diapositive

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Wie heeft de meeste draagkracht?

Slide 11 - Diapositive

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Draagkrachtbeginsel:
  • wie in staat is veel te betalen, moet in verhouding ook meer betalen

Slide 12 - Diapositive

7.4 Hoe komt het Rijk rond?
Profijtbeginsel
  • Je betaalt als je ergens gebruik van maakt
  • Voorbeelden: bpm, wegenbelasting

Slide 13 - Diapositive

Juist of onjuist?
De miljoenennota is een toelichting op de rijksbegroting.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 14 - Quiz

Een overzicht van de verwachte inkomsten en uitgaven voor het komende jaar.
A
Rijksbegroting
B
Miljoenennota

Slide 15 - Quiz

In de miljoenennota wordt een toelichting gegeven op de sociale zekerheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 16 - Quiz

De miljoenennota is een:
A
uitkering
B
toelichting op de financiële begroting
C
toelichting op de rijksbegroting
D
een briefje van 1 miljoen

Slide 17 - Quiz

Loonbelasting is een ... belasting.
A
directe
B
indirecte

Slide 18 - Quiz

BTW is een voorbeeld van :
A
directe belasting
B
indirecte belasting
C
rutte belasting
D
alle antwoorden zijn onzin

Slide 19 - Quiz

Belasting over inkomen, winst en vermogen is
A
Indirecte belasting
B
Directe belasting

Slide 20 - Quiz

Wat is geen directe belasting
A
Inkomstenbelasting
B
Accijns
C
Vennootschapsbelasting
D
Btw

Slide 21 - Quiz

Wat is geen directe belasting?
A
Inkomstenbelasting
B
Vennootschapsbelasting
C
BTW

Slide 22 - Quiz

Wat is GEEN voorbeeld van directe een belasting.
A
Loonbelasting/ inkomstenbelasting
B
Vennootschapsbelasting
C
BTW
D
Dividendbelasting

Slide 23 - Quiz

Bereken directe belasting inkomsten als percentage van totale inkomsten van het rijk.
A
61,2%
B
30,6%
C
30,5%
D
30,7%

Slide 24 - Quiz