Praktijkles 27 mei 2024

Praktijkles 27 mei 2024
  • theorietoets Helpende plus 24 juni tijdens de les
  • uitleg medicatie werkstuk inleveren 16 september 2024
  • inleveren herkansing ziektebeeld werkstuk 3 juni 2024
  • handelingen oefenen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
Helpende plusMBOStudiejaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 3 min

Éléments de cette leçon

Praktijkles 27 mei 2024
  • theorietoets Helpende plus 24 juni tijdens de les
  • uitleg medicatie werkstuk inleveren 16 september 2024
  • inleveren herkansing ziektebeeld werkstuk 3 juni 2024
  • handelingen oefenen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

pols meten
bloeddruk meten
temperatuur meten voorhoofd
temperatuur meten oor
temperatuur meten rectaal

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

frequentie: het aantal slagen per minuut bij volwassenen tussen 60-80

ritme; de tussenpozen tussen de slagen, zijn ze regelmatig of onregelmatig

kracht: voelen alle slagen even krachtig

Slide 4 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wanneer kan de hartslag veranderen?

Slide 6 - Question ouverte

bij inspanning
koorts
hartaandoening
ziekte

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een normale lichaamstemperatuur?

Slide 9 - Question ouverte

36 - 37,5
Wanneer heeft iemand koorts?
A
37,5 graden
B
38,0 graden
C
38,5 graden
D
boven de 39 graden

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 11 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloeddruk, tensie 
  • Betekent het meten van de druk van het bloed in de slagaders
  • De bloeddruk wordt uitgedrukt in mmHg (millimeter kwikdruk)


Slide 12 - Diapositive

aders zijn venen

slagaders zijn arterie
RR meten
De bloeddruk wordt altijd aan dezelfde arm gemeten nadat deze minimaal 5 minuten heeft gerust.
geen bloeddruk meten aan:
  • een gewonde of oedemateuze arm
  • een verlamde arm (bijv. bij CVA)
  • een arm waar een infuus inzit
  • een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.
  • Volle blaas (geeft een hogere bloeddruk)

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Systole en diastole 
Systolische (bovendruk) is de samentrekking van het hart
 (RR 120)

Diastolische druk (onderdruk) ontspanningsfase van het hart.
 (RR 80)


Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hypertensie, hypotensie 
Een te lage bloeddruk wordt hypotensie genoemd, een te hoge bloeddruk wordt hypertensie genoemd.

De waarde van de bloeddruk is voor een ieder verschillend.
De bloeddruk stijgt met het vorderen van de leeftijd.

Slide 17 - Diapositive

De hoogte van de bloeddruk is afhankelijk van verschillende factoren:
  •  de kracht van de hartkamersamentrekkingen; Hoe beter de pomp werkt hoe krachtiger de samentrekking is.
  • de elasticiteit van de slagaderwanden; Bij het ouder worden neemt de elasticiteit af en de bloeddruk wordt wat hoger.
  • de weerstand in de perifere bloedvaten; Bloeddruk is in de grote bloedvaten hoger dan in de kleine bloedvaten. Een vernauwing in de vaten heeft ook invloed op de kleine vaten en verhoogt de druk die nodig is om het bloed erdoor te pompen.
  • het bloedvolume; Een afname van het bloedvolume (zoals bij een bloeding) zal leiden tot een verlaging van de bloeddruk.
  • de viscositeit van het bloed
Bij het bepalen van hypertensie of hypotensie is met name de diastole leidend.
Een heel lage bloeddruk kan betekenen dat de hersenen te weinig zuurstof krijgen.
Een te hoge bloeddruk is een risicofactor voor het ontwikkelen van hart- en vaatziekten.

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Contra-indicaties;
Er wordt echter geen bloeddruk gemeten aan: 
  • een gewonde of oedemateuze arm;
  • een verlamde arm (bijv. bij CVA);
  • een arm waar een infuus inzit;
  • een arm waar een okseltoilet is uitgevoerd.

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Oefenen van handelingen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions