Commercieel 1 1.3 t/m 1.6

Planning
Aanwezigheid checken
Theorie 1.3 t/m 1.6
Opdrachten maken

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
Commercieel 1MBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Planning
Aanwezigheid checken
Theorie 1.3 t/m 1.6
Opdrachten maken

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

MKB
MKB = Midden- en kleinbedrijf = <100 werknemers.
Kleinwinkelbedrijf: < 50 werknemers.  

 Mkb-bedrijven:   niet alleen retailbedrijven maar ook bedrijven uit andere sectoren zoals de industrie en zakelijke dienstverlening.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Functies retail (detailhandel):
Algemeen: leveren van producten aan de consument
Commercieel: in- en verkoop van producten met winst
Distributie: tussenschakel fabrikant/groothandel en consument

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

GROOTWINKELBEDRIJF
1. retailbedrijven met meer dan  100  werknemers  EN/OF
2.  zeven of meer winkelfilialen 

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke winkel is een groot bedrijf in de retail?
A
Ikea
B
Soul sisters
C
Bakkerij Jonker
D
McDonalds

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Franchise
De franchisenemer (winkelier) is een ondernemer die tegen betaling gebruikmaakt van de winkelformule van de franchisegever. 


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke franchisebedrijven ken jij?

Slide 7 - Carte mentale

Voorbeeld:
Albert Heijn
Jumbo
New York Pizza
Bakker Bart 
Fit20 (sportschool)
Kwalitaria
Backwerk

Wat zijn fysieke winkels?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn webwinkels?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Er zijn ook niet-winkelvormen die wij colportage en ambulante handel noemen. Waar denk je aan?

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

combinatie van verkoopkanalen/

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

multichannel 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Crosschannel

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Omnichannel

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jan is eigenaar van een bloemenwinkel in het winkelcentrum van Stadshagen. Welk verkoopkanaal gebruikt hij?
A
monochannel
B
singlechannel
C
omnichannel
D
crosschannel

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De Albert Heijn heeft een (online) folder, een app, website, mogelijkheden tot online bestellen en het bezoeken van de filialen. Welke hoort hierbij?
A
Monochannel
B
omnichannel
C
crosschannel
D
multichannel

Slide 16 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Jysk heeft een online webshop en een winkel. Het aanbod verschilt in de webshop t.o.v. de winkel. Welke hoort erbij?
A
monochannel
B
multichannel
C
crosschannel
D
omnichannel

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Lidl-webshop verkoopt andere artikelen dan de Lidl winkel. Welke hoort hierbij?
A
omnichannel
B
multichannel
C
crosschannel
D
monochannel

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

de klantreis/ customer journey 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 21 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken vraag 24
AF? Bespreek met iemand naast je jullie beider antwoord.
Kijk of het antwoord nog aangepast moet worden. 
Echt klaar? Zet jullie antwoord op de volgende slide.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Antwoord op vraag 24

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Branche
Branche = een groep van bedrijven die ongeveer dezelfde artikelen (of diensten) leveren. Twee soorten in de detailhandel:
Food: in branches die vallen onder ‘food’ worden vooral voedings- of genotsmiddelen verkocht. 

Non-food: in de branches die vallen onder ‘non-food’ worden vooral producten verkocht die je niet kunt eten of drinken. 

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Branchevervaging
 Het verschil tussen branches wordt daardoor onduidelijker. 

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke winkel denk jij aan bij branchevervaging?

Slide 26 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken: 26a en b + 27

Random beurt in de klas.

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Evaluatie

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions