Oefentoets H4 Tijd van Wereldoorlogen BBL

H4: Tijd van Wereldoorlogen


Oefentoets Mens en Maatschappij

1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

H4: Tijd van Wereldoorlogen


Oefentoets Mens en Maatschappij

Slide 1 - Diapositive

WOI
WOII
Interbellum

Slide 2 - Question de remorquage

Wanneer was de Eerste Wereldoorlog?
A
1914-1918
B
1914-1929
C
1939-1945
D
1910-1925

Slide 3 - Quiz

Omschrijf twee oorzaken van de Eerste Wereldoorlog.

Slide 4 - Question ouverte

Geallieerden
Centralen
Neutraal
Nederland
Duitse rijk
Frankrijk
Rusland
Servie
Oostenrijk- Hongarije
Spanje
Groot-Brittannie
Ottomaanse rijk

Slide 5 - Question de remorquage

Omschrijf twee oorzaken waarom de Eerste Wereldoorlog ten einde kwam.

Slide 6 - Question ouverte

Wat betekent het woord "Interbellum"?
A
Voor oorlogen
B
Tussen oorlogen
C
Na oorlogen
D
Oorlogspauze

Slide 7 - Quiz

Duitsland moest na WOI zijn leger verkleinen.
Wat moesten de Duitsers nog meer doen?

Slide 8 - Question ouverte

Hoe heette de partij van Adolf Hitler?
A
NSB
B
NSDAB
C
NSDAP
D
SS

Slide 9 - Quiz

Wat was een groot gevolg van de Economische Wereldcrisis in 1929?

Slide 10 - Question ouverte

Leg in je eigen woorden uit wat een dictatuur is.

Slide 11 - Question ouverte

1919
1923
1924
1929
1933
1939
Duitsland kreeg schuld WOI
Hitler naar de gevangenis.
Hitler uit de gevangenis.
Hitler komt aan de macht.
Economische crisis
Begin Tweede Wereldoorlog.

Slide 12 - Question de remorquage

Met de inval in welk land begon de Tweede Wereldoorlog?
A
Nederland
B
Polen
C
België
D
Rusland

Slide 13 - Quiz

Nederland wilde eigenlijk neutraal blijven. Waardoor heeft Nederland zich toch overgegeven?

Slide 14 - Question ouverte

Waarom ging de VS zich met de oorlog bemoeien?

Slide 15 - Question ouverte

Waardoor verloren de Duitsers van de Russen toen ze bij Stalinggrad aan kwamen?
A
De Russen hadden betere tanks
B
Door het koude winterweer gingen veel soldaten dood.
C
De Duitsers hadden geen geld meer om te vechten.
D
De Russen hadden steun van de VS.

Slide 16 - Quiz

Wat heeft er op 6 juni 1944 in Frankrijk plaatsgevonden?

Slide 17 - Question ouverte

Wat is er met Adolf Hitler gebeurt?

Slide 18 - Question ouverte

Leg uit wat een verzetsgroep is.

Slide 19 - Question ouverte

Waarom waren de Geuzen uniek in Nederland?
A
De grootste verzetsgroep tijdens WOI
B
De eerste verzetsgroep tijdens WOI
C
De grootste verzetsgroep tijdens WOII
D
De eerste verzetsgroep in Nederland tijdens WOII

Slide 20 - Quiz

Waarom wordt op 13 maart de Geuzenpenning uitgereikt?

Slide 21 - Question ouverte

In welk jaar begint de bevrijding van Europa?
A
1941
B
1942
C
1943
D
1944

Slide 22 - Quiz

Welk leger komt als eerste in Berlijn?
A
Franse
B
Russische
C
Canadese
D
Engelse

Slide 23 - Quiz

Wat betekent 'holocaust'?

Slide 24 - Question ouverte

Op welke datum worden de doden herdacht?
A
4 mei
B
5 mei
C
6 mei
D
7 mei

Slide 25 - Quiz

Op welke datum wordt Bevrijdingsdag gevierd?
A
3 mei
B
4 mei
C
5 mei
D
6 mei

Slide 26 - Quiz

Klik rechtsonder op het kruisje, 
en daarna op lever in. 

Slide 27 - Diapositive