Les 9

Goedemorgen!
Goedemorgen!
1 / 14
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsSpeciaal OnderwijsLeerroute 2

Cette leçon contient 14 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Goedemorgen!
Goedemorgen!

Slide 1 - Diapositive

Lesplanning
  • Herhaling vorige les
  • Nieuwe lesstof: hoofd- en bijzaken
  • Zelfstandig werken
  • Nabespreking 

Slide 2 - Diapositive

Herhaling vorige les
  • De stappen van zinsontleding 
  1. Persoonsvorm (pv): tijd veranderen
  2. Onderwerp (ow): wie/wat + persoonsvorm: 'Wie of wat wordt'?
  3. Werkwoordelijk gezegde (WWG): alle werkwoorden + pv
  4. Lijdend voorwerp: wie/wat + onderwerp + wwg: 'Wie of wat wordt begraven/gegooid/gerepareerd/gezocht'?

Slide 3 - Diapositive

Meewerkend voorwerp
Een meewerkend voorwerp is iemand die meewerkt met het onderwerp. Het meewerkend voorwerp ontvangt iets.

Leon geeft een cadeau aan Emma.

Let op! Niet iedere zin heeft een meewerkend voorwerp.

Slide 4 - Diapositive

Meewerkend voorwerp
Het meewerkend voorwerp geeft aan voor wie iets bestemd is.  
Niet in elke zin staat een meewerkend voorwerp.





Slide 5 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling
We noemen de bijwoordelijke bepaling ook wel de ‘prullenbak’. Alles wat je overhoudt, noem je een bijwoordelijke bepaling.

We onderscheiden:
- Plaats
- Tijd
- Reden ('hoe')

Slide 7 - Diapositive

bijwoordelijke bepaling

waar= bijwoordelijke bepaling van plaats
wanneer= bijwoordelijke bepaling van tijd
hoe = bijwoordelijke bepaling van reden

Slide 8 - Diapositive

Bijwoordelijke bepaling

Slide 9 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp 
Een voorzetselvoorwerp begint altijd met een vast voorzetsel
Een voorzetselvoorwerp komt voor bij werkwoorden met een vast voorzetsel
Het voorzetsel verbindt het voorzetselvoorwerp met het gezegde.

Slide 10 - Diapositive

Voorzetselvoorwerp

Slide 11 - Diapositive

Dus...
  • Wat zijn de stappen van zinsontleding?
  • Wat is een meewerkend voorwerp?
  • Wat is een voorzetselvoorwerp?

Slide 12 - Diapositive

Zelfstandig werken
Maken bladzijde 28: 8 t/m 12

(Mits je 1 t/m 7 ook afhebt. Anders dat eerst afmaken.)
Vragen? Stel ze! 

Slide 13 - Diapositive

Nabespreking

Slide 14 - Diapositive