Hallo, das bin ich

1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactif et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:

  • Ik kan  mij in een paar zinnen voorstellen

Slide 2 - Diapositive

Wie heißt du?
Ich heiße Frau de Vos und ich bin Deutschlehrerin.

Slide 3 - Diapositive

Wie alt bist du?
Ich bin 60 Jahre alt.

Slide 4 - Diapositive

Wo wohnst du?
Ich wohne in Rolde

Slide 5 - Diapositive

Wie liegt das?
Das liegt im Norden von Holland.

Slide 6 - Diapositive

Wie heißt deine Schule?
Meine Schule heißt Esdal Vakcollege.

Slide 7 - Diapositive

Was ist das für eine Schule?
Das ist eine Berufsschule.

Slide 8 - Diapositive

Was für Ausbildung machst du?
Ich mache Handel und Service

Slide 9 - Diapositive

Was möchtest du später werden?
Ich denke Sicherheits Beambter.

Slide 10 - Diapositive

Kann ich deine E-mail Adresse haben?
Ja, das ist i.voss@gmail.com

Slide 11 - Diapositive

Kannst du das buchstabieren?
Ja, das ist i.voss@gmail.com



















c= tsee                                  u=oe
g= engelse g                        v=vau
j  = jot                                     y=uupsilon
q = koe                                   z=tset

Zet deze uitleg op je blad!!

Slide 12 - Diapositive

Was möchtest du denn werden?
Ich denke.............
gebruik een vertaalsite

Slide 13 - Diapositive

Was möchtest du später werden?
Zoek op en schrijf in het Duits.

Slide 14 - Question ouverte

Ga nu oefenen in duo's.

Slide 15 - Diapositive

Wanneer gebruik je U= Sie??
Iedereen boven de 16, behalve
  • familie
  • vrienden

Slide 16 - Diapositive

Stel mij nu de volgende vragen:
  • Hoe ik heet.
  • Waar ik woon
  • Hoe oud ik ben
  • Hoe mijn school heet

Slide 17 - Diapositive

Je gaat nu in duo's oefenen.

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Lien

Om vragen te kunnen beantwoorden heb je vraagwoorden nodig.

wo          = waar
woher    = waar vandaan
wohin    = waar naar toe
wann     = wanneer
wie         = hoe
was        = wat
warum  =waarom

Oefen op de volgende dia tot je 100 % hebt.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Lien