H2c- mercredi 6 octobre

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen:
    agenda, pen, chromebook, boeken, schrift

  3. Telefoon in je tas
  4. Tas op de grond naast je tafel
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

  1. Ga rustig zitten
                    op je eigen plaats

  2. Pak je spullen:
    agenda, pen, chromebook, boeken, schrift

  3. Telefoon in je tas
  4. Tas op de grond naast je tafel

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Aujourd'hui
  • Huiswerk controleren en online nakijken
  • Bijvoeglijk naamwoord
  • Oefenen: grammaticatrainer L4 Bijvoeglijk naamwoord
  • Oefenen met werkwoorden (-ER, -IR, être, avoir, aller)
  • Oefenen met zinnen
  • Werken aan foto-album


Slide 3 - Diapositive

Leren:   Herhalen Bijvoeglijk Naamwoord       
(af)Maken:  
-herhalingsstencil p. 26+28

-Ch.2 L3 Ex. 1 t/m 10 + L4 ex. 1,2,3,4,5,12,13 (in je werkboek)
-Start met je fotoalbum (schrijfopdracht)





Slide 4 - Diapositive

En nu even goed bestuderen
In de volgende dia's staat nog een keer uitgelegd wat je moet weten over het bijvoeglijk naamwoord.

Veel weet je al (toch?) en een klein stukje is nieuw. 
Kijk ook in je tekstboek op p. 37, 38.

Na de uitleg ga je oefenen.

Slide 5 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 1)
Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort:

le garçon est grand      de jongen is groot
la fille        est grande    het meisje is groot


Slide 6 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 2)
In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan aan het zelfstandig naamwoord

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 7 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 3)
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e

le garçon est grand      de jongen is groot  (mannelijk enkelvoud)

la fille        est grande    het meisje is groot (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 8 - Diapositive

Weet je nog (de vorm 4)
Een VROUWELIJK bijvoeglijk naamwoord krijgt een e,
behalve als het bijv.nw. al op een -e eindigt.

le pull   est jaune  (mannelijk enkelvoud)

la page est jaune (vrouwelijk enkelvoud)
                                             


Slide 9 - Diapositive

Dit moet je ook nog weten (over de vorm)
Als het bijvoeglijk naamwoord hoort bij een zelfstandig naamwoord dat in het meervoud staat, dan krijgt het een -s

le pull bleu     -> les pulls bleus
la jupe bleue -> les jupes bleues


Slide 10 - Diapositive

Leer de uitzonderingen uit je hoofd
Sommige vrouwelijke bijvoeglijke naamwoorden vorm je een beetje anders:

blanc -> blanche
long   -> longue
heureux -> heureuse
Leer die gewoon uit je hoofd!

Slide 11 - Diapositive

Dit moet je weten over de plaats (1)
REGEL:
Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat 
achter het zelfstandig naamwoord

la page jaune, les pages jaunes
le pull noir, les pulls noirs

Slide 12 - Diapositive

Dit moet je weten over de plaats (2)
REGEL: Het Franse bijvoeglijk naamwoord staat achter het zelfst. nw.

BEHALVE
  1. alle rangtelwoorden (eerste, tweede, etc.)
  2. autre, vaste, nouveau - long, gros, beau - jeune, joli, haut,
    petit, vieux, grand - bon, mauvais, méchant

une petite fille, un grand garçon, une belle maison, un nouveau pull,
 une longue promenade

Slide 13 - Diapositive

Donc 
Als je een Frans bijvoeglijk naamwoord gebruikt, moet je
letten op
  1. de vorm (mannelijk, vrouwelijk? enkel- of meervoud?)
  2. de plaats (achter znw, behalve ......)

[ dit staat ook in je testboek op pages jaunes 37, 38]

Slide 14 - Diapositive

Ga nu aan de slag met
1 Magister -> Leermiddelen -> Frans
Chapitre 2 - Leçon 4 - Grammaticatrainer
Maak het onderdeel 'Bijvoeglijk Naamwoord'
Klaar?
2 Start dan Verbuga.eu
Kies de werkwoorden: aimer, chercher, finir, réfléchir
Oefen 10 minuten 

Slide 15 - Diapositive

Ga verder met
3 Corrigeren van alle gemaakte oefeningen
4 Verbuga.eu - oefen de werkwoorden aller, avoir, être
5 Werk verder aan je Foto-album

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive