Lessenserie les 2

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Programme

récapitulation

nakijken le bilan

voorbereiden toets

Le programme d'aujourd'hui:

• Pratiquer :
  -Comment construire les phrases
  -Comment construire une question
  -Comment utiliser les stratégies
• Pratiquer conversation 
• Évaluation --> exitticket

Le but: à la fin de ce cours:

• Je sais comment constuire une phrase/question/utiliser les stratégies
• J'ai parlé avec mon/ma camerade de classe sur le sport & les hobbies; j'ai posé des et repondu aux questions
  
  

WELK EFFECT HEEFT HET OEFENEN MET DEZE ONDERDELEN OP DE GESPREKSVAARDIGHEID

Uitkomsten vorige les

-peerfeedback positief

-zelfevaluatie: STRENG!

-Leg je zelfevaluatie en je peerfeedback naast elkaar.

Wat kun je ervan leren?
Wat kun je zelf nog doen om beter te worden?

ECHT SUPERGOED GEDAAN ALLEMAAL!

voorbeeldantwoorden

Quiz

Ouvres ton ordinateur et tapes le code 

D'où vient le rugby?

On pratique le rugby depuis déjà 500 ans en France

1. Oui, c'est vrai
2. Non, ce n'est pas vrai

réponse

le rugby est arrivé tardivement en France

Pourquoi le rugby est-il pratique surtout dans le sud-ouest de la France?

réponse

Colonies brittaniques

quiz vocabulaire

de vrijetijdsbesteding

het drumstel

"Hallo, met Jules"

"Wat is je lievelingssport"

later

We zien elkaar

qu'est-ce que tu sais déjà sur...?

Comment tu fais une question?

C'est quoi la construction d'une phrase?

Donnez une exemple d'une stratégie

C'est quoi la question?

1. Tu as des billets gratuits pour le cinéma

2. Il aime jouer de la musique

3. We zien elkaar om acht uur 

La réponse

1a. Tu as des billets* gratuits pour le cinéma?
1b. Est-ce que tu as des billets* gratuits pour le cinéma?

2a. Il aime jouer de la musique

2b. Est-ce que 

3a. On se voit à huit heures?

3b. Est-ce qu'on se voit à huit heures? 

*billet --> aussi "ticket"

C'est quoi la phrase correcte?

1. boulangerie ma chez acheter du mère veut la pain

2. Hij houdt ervan om gitaar te spelen

3. Ik heb dit weekend basketbal gespeeld

Réponse

1. Ma mère veut acheter du pain chez la boulangerie 

2. Il aime jouer de la guitare

3. J'ai joué au basket ce weekend

Compensatietrategie

1. Je wil een sinaasappel, maar je weet hiervoor niet meer het woord. Wat doe je?
2. Je weet niet de zin "Ben je vrij vanavond?". Hoe kun je toch een zelfde boodschap overbrengen?

3. Iemand vraagt je: "Tu voudrais bien me passer le bonnet s'il vous plaît?"

Tâche

1. Lees 1 minuut de vragen en antwoorden

2. Ga ZACHTJES! naar de gang en neem je blaadje met vragen mee

3. Vorm 2 rijen van 12 leerlingen, voor de kluisjes

4. Ik geef aan wie begint met vragen stellen, A begint met vragen stellen

5 minuten spreken

5. Op mijn teken schuift de kluiskant 1 gesprekspartner op naar LINKS

6. De laatste in de rij loopt dan dus weer naar voren

Na 5 minuten wisselen we de rollen 

Evaluation

Doel: zien of oefenen met zinnen/vragen/compensatiestrategie heeft geholpen bij het beter spreken. 

Le prochain cours

Les 3 van de lessenserie.

Oefengesprek
"Formatieve toets"