1/2 Onrust in de Nederlanden

De tijd van Ontdekkers 
en hervormers
ONRUST IN NEDERLAND



​1. Een nieuwe wereld.
2. Andere ideeën.
3. Nederland in tweestrijd.
4. Oorlog met Spanje.
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De tijd van Ontdekkers 
en hervormers
ONRUST IN NEDERLAND



​1. Een nieuwe wereld.
2. Andere ideeën.
3. Nederland in tweestrijd.
4. Oorlog met Spanje.

Slide 1 - Diapositive

                 

                          - Beschrijven wat
                             de koning wilde
                             veranderen in NL.
                          - Benoemen van 2
                             redenen onvrede
                            over Spaans bestuur.
                          - Noemen oorzaken
                             en gevolgen van de 
                             Beeldenstorm.
LEERDOELEN
Na deze les kun je maken:
  • LB 4.4

Slide 2 - Diapositive

Het bestuur
De Spaanse Nederlanden.

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Op welke manier kwam
Karel V NIET aan zijn rijk?
A
Door oorlog voeren
B
Door gekozen te worden
C
Door te erven
D
Door het te vragen

Slide 5 - Quiz

Karel V
Welke 
landen waren 
onderdeel van het rijk van Karel?

Slide 6 - Carte mentale

Wat is een gewest en hoeveel gewesten waren er in de Nederlanden?
A
een soort provincie ; er waren er 10
B
een soort provincie; er waren er 17
C
een ander woord voor een land; er waren er 17
D
een ander woord voor een land; er waren er 10

Slide 7 - Quiz

Welke landen herken je in deze gebieden?

Slide 8 - Carte mentale

Slide 9 - Diapositive

Karel V wilde dat er in de Nederlanden overal dezelfde regels kwamen.
Hoe noemen we dat?
A
Centralisatie
B
Decentralisatie
C
Regeneratie
D
Besturen vanuit één centrale plek

Slide 10 - Quiz

komen samen in
met de landheer
bijgestaan door
inwoners Nederlanden
baas Nederlanden
bij afwezigheid
in de gewesten
Het bestuur van de Spaanse Nederlanden
Stadhouder
Landheer
Landvoogd
Gewestelijke STATEN
Staten-Generaal
3 standen
Drie Raden

Slide 11 - Question de remorquage

Het geloof
De Spaanse Nederlanden.

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Welk geloof moesten alle inwoners van het rijk van Karel V hebben?
A
Protestants
B
Orthodox
C
Christelijk
D
Katholiek

Slide 14 - Quiz

Waarom moet iedereen in het rijk van Karel V katholiek zijn?
A
Karel V was zelf streng katholiek
B
Karel V vond Luther en Calvijn leugenaars
C
Karel V wilde graag de Paus steunen
D
Eén geloof in het rijk zorgde voor eenheid

Slide 15 - Quiz

Welke bewering over de Nederlanden is JUIST?
A
In de 16e eeuw had de Hervorming in de Nederlanden weinig succes; bijna alle inwoners bleven rooms-katholiek.
B
In de Nederlanden kreeg het calvinisme, dat door de Franse hervormer Calvijn werd gepredikt, na 1555 veel aanhang.
C
In ons land bestond godsdienstvrijheid in 16e eeuw; rooms-katholieken en protestanten leefden vreedzaam samen.
D
Karel V, de heer van de Nederlanden, besloot in 1555 om in zijn rijk alleen het protestantse geloof nog toe te staan.

Slide 16 - Quiz

Welk begrip hoort bij welke persoon?
Ketters vervolgen
95 stellingen
Karel V
Maarten Luther
Reformatie
Denken vanuit de bijbel
Keizer, landheer en koning
Paus bepaalt 
Katholiek
Protestant

Slide 17 - Question de remorquage

                 

                          - Beschrijven wat
                             de koning wilde
                             veranderen in NL.
                          - Benoemen van 2
                             redenen onvrede
                            over Spaans bestuur.
                          - Noemen oorzaken
                             en gevolgen van de 
                             Beeldenstorm.
LEERDOELEN
Nu kun je maken:
  • LB 4.4
Wil je meer leren? Maak:
  • LB 10.16

Slide 18 - Diapositive

Waardoor ontstond in de Nederlanden grote onrust?
A
Doordat de protestanten de Katholieke kerk te rijk vonden en vonden dat ze zich niet aan de Bijbel hielden.
B
De adel en de bevolking waren tegen de centralisatie van Karel en tegen de wrede vervolging van de protestanten.
C
Er waren te veel ketters in de Nederlanden, dat zorgde voor onrust.
D
De Staten-Generaal vond dat de stadhouder te veel privileges kreeg in de gewesten.

Slide 19 - Quiz

Stel een vraag over
iets dat je nog niet zo
goed hebt begrepen.

Slide 20 - Question ouverte