200331 Ne1 grammatica

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

200331 Ne1 Lesdoelen

• Je kunt het lijdend voorwerp (LV) herkennen en benoemen
• Je weet het verschil tussen een LV en een ND

Redekundig ontleden

• persoonsvorm (pv)
• onderwerp (ow)
• werkwoordelijk gezegde (wg) -->  actie

• naamwoordelijk gezegde (ng) --> eigenschap
• naamwoordelijk deel (nd)
• nieuw: lijdend voorwerp

Stappenplan redekundig ontleden:

1. Vind de persoonsvorm (pv)
   
2. Verdeel de zin in zinsdelen ( | ). 
3. Vind het werkwoordelijk of naamwoordelijk gezegde (wg/ng)
4. Vind het onderwerp (ow).
   
5. nieuw: vind het lijdend voorwerp (lv)
   

Lijdend voorwerp

• Lijdend voorwerp komt voor in zinnen waarin iets/iemand iets 'overkomt' dus als het ware 'lijdt'. 
  
• Werkwijze: PV > zinsdeelstrepen > gezegde > OW > LV
• Vind je door de vraag te stellen:
  

'Wat/wie+ werkwoordelijk gezegde + onderwerp'  

lijdend voorwerp

Opmerkingen

1. Een LV begint nóóit met een voorzetsel.
2. Een LV kán een zn zijn die de vorm heeft van een infinitief.
3. Maten, gewichten en afstanden zijn nóóit een LV.

Wat is het lv ?
Hij heeft het formulier verzonden.

1. hij
2. heeft verzonden
3. formulier
4. het formulier

Wat is het lv?
Volgende week gaan we naar Frankrijk.

1. volgende week
2. gaan
3. naar Frankrijk
4. er is geen lv

Ik heb gisteren een lekkere pizza gebakken.
lv=

1. een lekkere pizza
2. heb gebakken
3. ik
4. gisteren

Zij legden op de fiets meer dan duizend kilometer af in drie weken.

1. op de fiets
2. meer dan duizend kilometer
3. in drie weken
4. geen LV

Op de markt heb ik een vette haring gekocht.

1. Op de markt
2. heb gekocht
3. ik
4. een vette haring

Carolientje lijkt op de zus van haar vader.

1. op de zus
2. van haar vader
3. op de zus van haar vader
4. geen LV

De vermiste parkiet Pietje is na drie dagen teruggevonden

1. De vermiste parkiet Pietje
2. is teruggevonden
3. na drie dagen
4. geen LV

(LV)

ND of LV
Die prestatie was verbluffend knap!

1. verbluffend knap = ND
2. verbluffend knap = LV

ND of LV
Tot zijn verbazing zag hij iets heel merkwaardigs.

1. iets heel merkwaardigs = ND
2. iets heel merkwaardigs = LV

Wat is het LV?
Voor jou was deze online les heel leerzaam.

1. voor jou
2. deze online les
3. heel leerzaam
4. geen LV